Stimmung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Stimmung:
- sfeer; stemming; gemoedstoestand; feeling; gevoel; aanvoelen
Wiktionary:
- Stimmung → humeur, stemming, sfeer
- Stimmung → stemming, humeur, gemoedstoestand, toon, lichaamsvocht, gemoedsgesteldheid, humor, overeenstemming, samenklank, intonatie, toonaard, toonsoort, timbre, toonkleur

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stimmung (Duits) in het Nederlands

die Stimmung (Atmosphäre; Sphäre)
de sfeer
- sfeer [de ~] zelfstandig naamwoord
die Stimmung (Einstellung)
de stemming; de gemoedstoestand
- stemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemoedstoestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Stimmung (Feeling; Verständnis; Gemüt; Eindruck; Emotion; Empfindung; Gefühlsleben; Gemütsempfindung; Gemütsbewegung; Eindrücke; Gemütserregung)
feeling; het gevoel; aanvoelen
- feeling [znw.] zelfstandig naamwoord
- gevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanvoelen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvoelen	Eindruck; Eindrücke; Emotion; Empfindung; Feeling; Gefühlsleben; Gemüt; Gemütsbewegung; Gemütsempfindung; Gemütserregung; Stimmung; Verständnis
feeling	Eindruck; Eindrücke; Emotion; Empfindung; Feeling; Gefühlsleben; Gemüt; Gemütsbewegung; Gemütsempfindung; Gemütserregung; Stimmung; Verständnis
gemoedstoestand	Einstellung; Stimmung	Gemutszustand; Laune
gevoel	Eindruck; Eindrücke; Emotion; Empfindung; Feeling; Gefühlsleben; Gemüt; Gemütsbewegung; Gemütsempfindung; Gemütserregung; Stimmung; Verständnis	Ahnung; Eindruck; Einfall; Eingebung; Emotion; Empfindung; Gefühl; Impuls; Instinkt; Intuition; Sentiment; Vorgefühl
sfeer	Atmosphäre; Sphäre; Stimmung
stemming	Einstellung; Stimmung	Geistesverfassung; Gemutszustand; Gemütslage; Gemütszustand; Laune; Stimmabgabe
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvoelen		erfahren; fühlen; merken; spüren; tasten; vernehmen; vorfühlen; wahrnehmen

Ambiance; Ambiente; Atmo; Atmosphäre; Flair; Klima; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand
Gemütsverfassung; Gemütszustand; Kaprice; Laune; psychologische Eigenschaft

Stimmung

noun

Gefühlszustand eines Menschen
- Stimmung → humeur; stemming
Musik: das Gestimmt- oder Verstimmtsein eines Instrumentes
- Stimmung → stemming
Musik: die verbindliche Festlegung eines Instrumentes hinsichtlich seiner Tonhöhe
- Stimmung → stemming

Stimmung

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Stimmung	→ stemming; humeur	↔ humour — mood
• Stimmung	→ gemoedstoestand; stemming; humeur	↔ mood — mental state
• Stimmung	→ toon	↔ tone — manner in which speech or writing is expressed
• Stimmung	→ lichaamsvocht; gemoedsgesteldheid; humeur; humor	↔ humeur — (vieilli) Toute substance liquide qui se trouver dans un organisme.
• Stimmung	→ overeenstemming; samenklank	↔ réglage — action de régler ou, résultat de cette action.
• Stimmung	→ toon; overeenstemming; samenklank; intonatie; toonaard; toonsoort; timbre; toonkleur	↔ ton — son d’une certaine fréquence.