Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Prophet

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Prophet

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Prophet:
- ziener; voorspeller; profeet; zieners
Wiktionary:
- Prophet → ziener, profeet
- Prophet → profeet, profete, ziener, zieneres, waarzegger, waarzegster, helderziende, voorspeller, voorzegger

Duits

Uitgebreide vertaling voor Prophet (Duits) in het Nederlands

Prophet:

Prophet [der ~] zelfstandig naamwoord

der Prophet (Weissager; Seher)
de ziener; de voorspeller; de profeet
- ziener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- voorspeller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- profeet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Prophet (Seher)
de zieners
- zieners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Prophet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
profeet	Prophet; Seher; Weissager
voorspeller	Prophet; Seher; Weissager
ziener	Prophet; Seher; Weissager
zieners	Prophet; Seher

Synoniemen voor "Prophet":

Augur; Hellseher; Seher; Wahrsager; Weissager; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Mohammed; Augur; Hellseher; Seher; Wahrsager; Weissager

Wiktionary: Prophet

Prophet

noun

Person, die sich durch einen Gott zur Verkündigung von Botschaften einer Religion berufen siehtnach Wikipedia|Prophet
- Prophet → ziener

Prophet

noun

een persoon die boodschappen van een godheid aan de mensen doorgeeft
- profeet → Prophet

Cross Translation:

From	To	Via
• Prophet	→ profeet; profete; ziener; zieneres	↔ prophet — one who speaks by divine inspiration
• Prophet	→ profeet; waarzegger; waarzegster	↔ prophet — one who foretells the future
• Prophet	→ ziener; helderziende	↔ seer — someone who foretells the future
• Prophet	→ profeet; voorspeller; voorzegger; ziener	↔ prophète — (religion) Personnage qui, par inspiration divine, prédit l’avenir, ou révéler aux hommes une vérité importante.

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Prophet (Nederlands) in het Duits

Prophet: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

prop: Blutpropfen
het: das; es
proppen: stopfen; hineinstopfen; pfropfen; vollstopfen