Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Lob:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lob:
  2. LOB:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lob (Duits) in het Nederlands

Lob:

Lob [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Lob (Kredit; Passiva; Darlehen; Kompliment)
    het krediet; het credit
    • krediet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • credit [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lob:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
credit Darlehen; Kompliment; Kredit; Lob; Passiva
krediet Darlehen; Kompliment; Kredit; Lob; Passiva Kredit

Synoniemen voor "Lob":


Wiktionary: Lob

Lob
noun
  1. Anerkennung von Leistungen oder Verhaltensweisen durch sprachliche oder körpersprachliche Ausdrucksmittel
Lob
noun
  1. prijzen

Cross Translation:
FromToVia
Lob lof praise — commendation; favorable representation in words
Lob lob lob — (sport) Coup qui consiste à faire passer la balle ou le ballon au-dessus d’un adversaire, assez haut pour qu’il ne puisse pas l’intercepter.
Lob lof; pluim louangediscours ou paroles par lesquelles on relever le mérite de quelqu’un, de quelque action, de quelque chose.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Lob (Nederlands) in het Duits

lob:

lob [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lob (kwab; lel)
    die Quappe
    • Quappe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lob:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Quappe kwab; lel; lob

Verwante woorden van "lob":

  • lobben, lobs, lobje

Wiktionary: lob


Cross Translation:
FromToVia
lob Lob lob — (sport) Coup qui consiste à faire passer la balle ou le ballon au-dessus d’un adversaire, assez haut pour qu’il ne puisse pas l’intercepter.

LOB:

LOB

  1. LOB (Line-Of-Business)
    die Branche
    • Branche [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor LOB:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Branche LOB; Line-Of-Business Branche; ambacht; bedrijfstak; bedrijfstak verticaal; beroepsgroep; branche; economische sector; metier; métier; stiel; vak; verticaal