Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Kaplan:
-
Wiktionary:
- Kaplan → kapelaan
- Kaplan → hulpprediker, kapelaan, vicaris
Duits
Uitgebreide vertaling voor Kaplan (Duits) in het Nederlands
Kaplan:
-
der Kaplan (Hilfepriest; Hilfsgeistliche)
Vertaal Matrix voor Kaplan:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hulppriester | Hilfepriest; Hilfsgeistliche; Kaplan | |
kapelaan | Hilfepriest; Hilfsgeistliche; Kaplan |
Synoniemen voor "Kaplan":
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Kaplan (Nederlands) in het Duits
Kaplan: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- kap: Decke; Verdeck; Überdachung; Schutzdach; Plane; Mütze; Kappe; Bedeckung; Kopfbedeckung; Uniformmütze
- LAN: LAN; lokales Netzwerk; Firmennetzwerk
- kappen: fällen; hauen; kappen; hacken; umhauen; abholzen; umschlagen; umhacken; Bäume fällen; schneiden; knipsen; einschneiden; Umhauen; Umhacken; Ausscheiden; Aufhören