Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fliesenleger:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fliesenleger (Duits) in het Nederlands

Fliesenleger:

Fliesenleger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fliesenleger
    de tegelzetter

Vertaal Matrix voor Fliesenleger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegelzetter Fliesenleger

Wiktionary: Fliesenleger

Fliesenleger
noun
  1. een bouwvakker die wandtegels zet en vloertegels legt