Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Bande:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bannen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bande (Duits) in het Nederlands

Bande:

Bande [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bande
    de bende; groep jongeren
  2. die Bande (Clan; Haufen; Horde)
    de clan; de bende
    • clan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Bande (Meute; Horde)
    de horde; de meute; de troep
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • meute [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. die Bande (Lautstärke; Spalte; Binde; )
    het geluidsniveau; het volume

Vertaal Matrix voor Bande:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bende Bande; Clan; Haufen; Horde Anhäufung; Ansammlung; Aufhäufung; Chaos; Durcheinander; Haufen; Horde; Menge; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schar; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Truppe; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammenrottung
clan Bande; Clan; Haufen; Horde
geluidsniveau Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bande; Binde; Bindung; Decke; Diele; Lautstärke; Spalte; Spannung Lärmpegel
groep jongeren Bande
horde Bande; Horde; Meute Haufen; Herde; Hindernis; Horde; Hürde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Truppe; Volksmenge
meute Bande; Horde; Meute
troep Bande; Horde; Meute Ansammlung; Chaos; Durcheinander; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Herde; Horde; Kram; Masse; Menge; Menschenmenge; Pfuscherei; Rommel; Rummel; Sauwirtschaft; Schar; Schmiererei; Schutthaufen; Schwarm; Schweinerei; Sudelei; Trupp; Trümmerhaufen; Volksmenge; Wirrwarr; Zusammenrottung
volume Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bande; Binde; Bindung; Decke; Diele; Lautstärke; Spalte; Spannung Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bund; Druck; Inhalt; Lautstärke; Volume; Volumen

Synoniemen voor "Bande":


Wiktionary: Bande

Bande
noun
  1. Sport: Spielfeldbegrenzung
  2. Gruppe von jung Leuten, die gerne mal Schabernack treiben
  3. kleine bis mittelgroße, kriminelle Gruppe von Menschen
Bande
noun
  1. de binnenrand van een biljarttafel
  2. een informeel georganiseerde groep mensen, meestal met kwade of misdadige motieven

Cross Translation:
FromToVia
Bande bende band — group of people loosely united for a common purpose
Bande band cushion — in cue sports
Bande gang; bende gang — a company of persons



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Bande (Nederlands) in het Duits

Bande vorm van bannen:

bannen werkwoord (ban, bant, bande, banden, geband)

  1. bannen (uitbannen; verbannen; verdrijven; )
    verbannen; ausstossen
    • verbannen werkwoord (verbanne, verbannst, verbannt, verbannte, verbanntet, verbannt)
    • ausstossen werkwoord

Conjugations for bannen:

o.t.t.
  1. ban
  2. bant
  3. bant
  4. bannen
  5. bannen
  6. bannen
o.v.t.
  1. bande
  2. bande
  3. bande
  4. banden
  5. banden
  6. banden
v.t.t.
  1. heb geband
  2. hebt geband
  3. heeft geband
  4. hebben geband
  5. hebben geband
  6. hebben geband
v.v.t.
  1. had geband
  2. had geband
  3. had geband
  4. hadden geband
  5. hadden geband
  6. hadden geband
o.t.t.t.
  1. zal bannen
  2. zult bannen
  3. zal bannen
  4. zullen bannen
  5. zullen bannen
  6. zullen bannen
o.v.t.t.
  1. zou bannen
  2. zou bannen
  3. zou bannen
  4. zouden bannen
  5. zouden bannen
  6. zouden bannen
diversen
  1. ban!
  2. bant!
  3. geband
  4. bannende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bannen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausstossen bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
verbannen bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Verwante woorden van "bannen":