Duits

Uitgebreide vertaling voor Art (Duits) in het Nederlands

Art:

Art [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Art (Methode)
    de methode; de manier; de handelwijze; de wijze; de procedure; de wijs; de trant
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • manier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procedure [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Art (Gattung; Sorte; Typ)
    de soort; het type; het genre; de slag
    • soort [de ~] zelfstandig naamwoord
    • type [het ~] zelfstandig naamwoord
    • genre [het ~] zelfstandig naamwoord
    • slag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. die Art (Sorte; Schlag)
    de soort; het ras; de slag
    • soort [de ~] zelfstandig naamwoord
    • ras [het ~] zelfstandig naamwoord
    • slag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. die Art (Charakter; Gesinnung; Tendenz; Neigung)
    het karakter; de aard; de geaardheid; de inborst
    • karakter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • inborst [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Art (Charakter; Natur; Gemüt; Seele; Wesen)
    het karakter; de mentaliteit; het gemoed; de natuur; de geaardheid; de aard; de inborst; de inslag
    • karakter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • mentaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gemoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inborst [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. die Art (Eigenschaft; Qualität; Beschaffenheit)
    de kwaliteit; de hoedanigheid; de gesteldheid
  7. die Art (Volksstamm; Stamm; Rasse; )
    de stam; de volksstam
    • stam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volksstam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. die Art (Charakter; Temperament; Natur; )
    de gemoedsgesteldheid; het temperament; de inborst; gemoedsaard

Vertaal Matrix voor Art:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aard Art; Charakter; Gemüt; Gesinnung; Natur; Neigung; Seele; Tendenz; Wesen Gattung; Naturbezüge; Sorte
geaardheid Art; Charakter; Gemüt; Gesinnung; Natur; Neigung; Seele; Tendenz; Wesen Charakter; Natur
gemoed Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen
gemoedsaard Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen
gemoedsgesteldheid Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen Geistesverfassung; Gemutszustand; Gemütslage; Gemütszustand; Laune
genre Art; Gattung; Sorte; Typ Genre
gesteldheid Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Qualität Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Zustand
handelwijze Art; Methode Haltung; Verhaltensweise
hoedanigheid Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Qualität Eigenschaft; Funktion
inborst Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Gesinnung; Natur; Neigung; Seele; Sinnesart; Temperament; Tendenz; Wesen
inslag Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen
karakter Art; Charakter; Gemüt; Gesinnung; Natur; Neigung; Seele; Tendenz; Wesen Charakter; Persönlichkeit; Schriftzeigen
kwaliteit Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Qualität Eignung; Fähigkeit; Kapazität; Können; Leistungsfähigkeit; Qualität; Sachverstand; Tauglichkeit
manier Art; Methode Haltung; Verhaltensweise
mentaliteit Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen Einstellung; Haltung; Mentalität
methode Art; Methode Arbeitsmethode; Arbeitsweise; Methode; Verfahren
natuur Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen Charakter; Natur
procedure Art; Methode Gerichtsverfahren; Prozedur; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Verfahren
ras Art; Schlag; Sorte
slag Art; Gattung; Schlag; Sorte; Typ Enttäuschung; Ernüchterung; Faustschlag; Feldschlacht; Gesellschaftsschicht; Handschlag; Hieb; Kampf; Klaps; Klasse; Krieg; Position; Rang; Rangordnung; Rückschlag; Schicht; Schlacht; Schlag; Stand
soort Art; Gattung; Schlag; Sorte; Typ Naturbezüge
stam Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm Stamm; Stammform; Stammwort
temperament Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen Feurigkeit; Lebhaftigkeit; Temprament
trant Art; Methode
type Art; Gattung; Sorte; Typ Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gestalt; Typ
volksstam Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm
wijs Art; Methode Melodie; Weise
wijze Art; Methode Akademiker; Gelehrte
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wijs belesen; einsichtsvoll; fabelhaft; gebildet; gelehrt; genial; gescheit; geschickt; geschult; großartig; hochgebildet; hochgelehrt; klug; literarisch gebildet; sachverständig; studiert; toll; vernünftig; wissenschaftlich gebildet

Synoniemen voor "Art":


Wiktionary: Art

Art
noun
  1. Biologie: die Grundeinheit der biologischen Systematik, der Unterbegriff der Gattung
Art
noun
  1. wezen, natuur, karakter
  2. de handelswijze
  3. een groep levende wezens die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich onderling voort kan planten

Cross Translation:
FromToVia
Art genre; categorie; ras; soort; type kind — type, race, category
Art soort sort — type
Art type type — grouping based on shared characteristics
Art manier way — method
Art aard; slag; soort acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses.
Art manier façon — Action de faire
Art aard; slag; soort; klasse; geslacht; woordgeslacht genreensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.
Art manier; trant; wijze manièrefaçon dont une chose se produire.
Art soort sorte — Espèce, genre

Verwante vertalingen van Art