Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. meistern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor meistern (Duits) in het Nederlands

meistern:


Synoniemen voor "meistern":

  • auf die Reihe bekommen; auf die Reihe kriegen; bewerkstelligen; bewältigen; gebacken bekommen; gebacken kriegen; geregelt bekommen; geregelt kriegen; hinbekommen; hinkriegen; in den Griff bekommen; packen; rocken; schaffen; schaukeln; schultern

Wiktionary: meistern


Cross Translation:
FromToVia
meistern beheersen master — to learn to a high degree
meistern bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; overgaan; oversteken; te boven gaan; overtreffen; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven surmontermonter au-dessus.
meistern bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren vaincreremporter la victoire sur ses ennemis, dans la guerre.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meistern (Nederlands) in het Duits