Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hüsteln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hüsteln (Duits) in het Nederlands

hüsteln:


Synoniemen voor "hüsteln":


Wiktionary: hüsteln

hüsteln
verb
  1. kort en zacht hoesten

Hüsteln:

Hüsteln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hüsteln (Gehüstel)
    de kuch; het gekuch
    • kuch [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gekuch [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hüsteln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekuch Gehüstel; Hüsteln
kuch Gehüstel; Hüsteln