Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
gerade:
- pas; juist; daarnet; net; zojuist; zonet; nog maar pas; sluik; glad neerliggend; zopas; op het moment; staand; overeind; rechtop; zoëven; accuraat; nauwkeurig; secuur; precies; nauwgezet; nauwlettend; frank; open; rechttoe; streng; strikt; stringent; onvermurwbaar; lineair; oprecht; eerlijk; rechtschapen; rechtaan
- Gerade:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor gerade:
- even
Duits
Uitgebreide vertaling voor gerade (Duits) in het Nederlands
gerade:
-
gerade (neulich; vorhin)
-
gerade (gerade eben)
-
gerade (glatthaarig; schlicht)
-
gerade (eben)
-
gerade (zur Zeit; jetzt)
op het moment-
op het moment bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade (stehend; aufrecht)
-
gerade (soeben; gerade eben; eben; eben noch)
-
gerade (sorgfältig; gründlich; genau; pünktlich; korrekt; sicher; akkurat; gewissenhaft; skrupulös; konsequent; strikt)
accuraat; nauwkeurig; secuur; precies; nauwgezet; nauwlettend-
accuraat bijvoeglijk naamwoord
-
nauwkeurig bijvoeglijk naamwoord
-
secuur bijvoeglijk naamwoord
-
precies bijvoeglijk naamwoord
-
nauwgezet bijvoeglijk naamwoord
-
nauwlettend bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade (frei; offen)
-
gerade (strikt; streng; unerbittlich; genau; gewissenhaft; gebieterisch)
streng; strikt; stringent; onvermurwbaar-
streng bijvoeglijk naamwoord
-
strikt bijvoeglijk naamwoord
-
stringent bijvoeglijk naamwoord
-
onvermurwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade (linear; fadengerade; geradlinig)
-
gerade (aufrichtig; offenherzig; ehrlich; offen; pur; gerecht; fair; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus)
oprecht; eerlijk; rechtschapen; open-
oprecht bijvoeglijk naamwoord
-
eerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
rechtschapen bijvoeglijk naamwoord
-
open bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade (recht)
Vertaal Matrix voor gerade:
Synoniemen voor "gerade":
Wiktionary: gerade
gerade
Cross Translation:
adjective
gerade
-
nicht gebogen oder gekrümmt
- gerade → recht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gerade | → rechtstreeks; direct | ↔ directly — in a direct manner |
• gerade | → paar; even | ↔ even — arithmetic: divisible by two |
• gerade | → net; zojuist; pas; onlangs | ↔ just — recently |
• gerade | → pas; net | ↔ only — as recently as |
• gerade | → recht | ↔ right — straight, not bent |
• gerade | → recht; rechte | ↔ straight — not crooked or bent |
• gerade | → direct; live; recht; rechtstreeks | ↔ direct — Qui est droit, qui ne taire aucun détour. |
• gerade | → direct; live; recht; rechtstreeks; haaks; rechthoekig; loodrecht; loyaal; trouw; getrouw; trouwhartig; rechter-; rechts; vandehands | ↔ droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la |
Gerade:
-
die Gerade (Gesichtsfalte; Falte; Leitung; Schnur; Abnehmen; Kräuselung; Zeile; Ende; Leine)
Vertaal Matrix voor Gerade:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gezichtsrimpel | Abnehmen; Ende; Falte; Gerade; Gesichtsfalte; Kräuselung; Leine; Leitung; Schnur; Zeile | |
rimpel | Abnehmen; Ende; Falte; Gerade; Gesichtsfalte; Kräuselung; Leine; Leitung; Schnur; Zeile | Falte; Hautfalte; Runzel |