Stiftung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Stiftung:
- stichting; oprichting; vestiging; instelling; het stichten; donatie; schenking; gift; gunst; dienst
Wiktionary:
- Stiftung → stichting, instelling, fundering, oprichting, vestiging

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stiftung (Duits) in het Nederlands

die Stiftung (Gründung; Errichtung)
de stichting; de oprichting; de vestiging; de instelling; het stichten
- stichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- oprichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vestiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- instelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- het stichten [znw.] zelfstandig naamwoord
die Stiftung (Donation; Geschenk; Spende; Schenkung; Gift; Geldgeschenk; Gabe; Geldspende; Zuwendung; Gefälligkeit)
de donatie; de schenking; de gift
- donatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schenking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gift [de ~] zelfstandig naamwoord
die Stiftung (Gunst; Dienst; Gefälligkeit; Stelle; Zuwendung; Sold; Spende; Schenkung)
de gunst; de dienst
- gunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dienst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Stiftung
de stichting
- stichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dienst	Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienst; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Dienstpflicht; Dienststelle; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Gottesdienst; Institut; Messe; Wohlwollen; Zuvorkommendheit
donatie	Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung
gift	Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung	Spende
gunst	Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung
het stichten	Errichtung; Gründung; Stiftung
instelling	Errichtung; Gründung; Stiftung	Abstellung; Amt; Anordnung; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Einstellung; Geistesverfassung; Gemütslage; Gemütszustand; Gleichschaltung; Gleichstellung; Haltung; Instanz; Mentalität; Scharf stellen; Stelle
oprichting	Errichtung; Gründung; Stiftung
schenking	Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung	Schenkung
stichting	Errichtung; Gründung; Stiftung
vestiging	Errichtung; Gründung; Stiftung	Ansiedlung; Errichtung; Gründung; Niederlassung; Siedlung; Standort

Cross Translation:

From	To	Via
• Stiftung	→ stichting	↔ foundation — endowed institution or charity
• Stiftung	→ instelling; fundering; oprichting; stichting; vestiging	↔ fondation — Action de fonder, de bâtir la base de quelque chose ; commencement de quelque chose de durable.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads