Duits

Uitgebreide vertaling voor Spruch (Duits) in het Nederlands

Spruch:

Spruch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spruch (Redewendung)
    het gezegde; redekundig gezegde
  2. der Spruch (Wahlspruch; Grundsatz; Losung; )
    de leus; het parool; de spreuk; de leuze
    • leus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • parool [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • leuze [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Spruch
    de spreuk; het gezegde
    • spreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezegde [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Spruch (Leitspruch; Motto; Wahlspruch; Parole; Devise)
    de devies; het motto; de zinspreuk; de kenspreuk
    • devies [de ~] zelfstandig naamwoord
    • motto [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zinspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kenspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Spruch (Slogan; Schlagwort; Werbetext; Werbeslogan; Werbespruch)
    de leus; de slogan; de kreet; de slagzin; reclamezin; reclameleus
    • leus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • slogan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kreet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slagzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reclamezin [znw.] zelfstandig naamwoord
    • reclameleus [znw.] zelfstandig naamwoord
  6. der Spruch (Wahlspruch; Motto; Slogan; )
    het motto; de devies; de lijfspreuk
    • motto [het ~] zelfstandig naamwoord
    • devies [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lijfspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. der Spruch (Aphorismus)
    het aforisme; de zinspreuk

Vertaal Matrix voor Spruch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aforisme Aphorismus; Spruch
devies Devise; Kennwort; Leitspruch; Losung; Motto; Parole; Phrase; Slogan; Spruch; Wahlspruch Kriegsgeschrei; Parole; Waffenruf
gezegde Redewendung; Spruch Ausdruck; Bezeichnung; Formulierung; Redensart; Redewendung; Sprichwort
kenspreuk Devise; Leitspruch; Motto; Parole; Spruch; Wahlspruch
kreet Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext Ausruf; Kampfruf; Kriegsruf; Ruf; Schrei
leus Devise; Grundsatz; Losung; Parole; Schlagwort; Slogan; Spruch; Wahlspruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext Kampfruf; Kriegsgeschrei; Kriegsruf; Parole; Waffenruf
leuze Devise; Grundsatz; Losung; Parole; Slogan; Spruch; Wahlspruch Kriegsgeschrei; Parole; Waffenruf
lijfspreuk Devise; Kennwort; Leitspruch; Losung; Motto; Parole; Phrase; Slogan; Spruch; Wahlspruch
motto Devise; Kennwort; Leitspruch; Losung; Motto; Parole; Phrase; Slogan; Spruch; Wahlspruch
parool Devise; Grundsatz; Losung; Parole; Slogan; Spruch; Wahlspruch Kriegsgeschrei; Parole; Waffenruf
reclameleus Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext
reclamezin Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext
redekundig gezegde Redewendung; Spruch
slagzin Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext
slogan Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext Slogan
spreuk Devise; Grundsatz; Losung; Parole; Slogan; Spruch; Wahlspruch
zinspreuk Aphorismus; Devise; Leitspruch; Motto; Parole; Spruch; Wahlspruch

Synoniemen voor "Spruch":


Wiktionary: Spruch

Spruch
noun
  1. kurzes vorgefertigtes Ensemble von Wörtern, ähnlich dem Vers

Cross Translation:
FromToVia
Spruch gezegde; spreuk; spreekwoord saw — saying or proverb
Spruch slagzin slogan — phrase associated with a product, used in advertising
Spruch sententie; vonnis; judicium; uitspraak; spreuk; zinspreuk sentenceapophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.