Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gartenbau:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gartenbau (Duits) in het Nederlands

Gartenbau:

Gartenbau [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gartenbau (Hortikultur; Gartenpflege; Gartenkunst)
    de horticultuur; de tuinbouw; de hovenierskunst
  2. der Gartenbau (Gartenbau betreiben; Gartenarbeit)
    tuinieren
  3. der Gartenbau (Gartenarbeit)
    het tuinwerk
    • tuinwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Gartenbau (Hortikultur; Gartenbau betreiben)
    tuiniersvak
  5. der Gartenbau
    de tuinbouw
    • tuinbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gartenbau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
horticultuur Gartenbau; Gartenkunst; Gartenpflege; Hortikultur
hovenierskunst Gartenbau; Gartenkunst; Gartenpflege; Hortikultur
tuinbouw Gartenbau; Gartenkunst; Gartenpflege; Hortikultur
tuinieren Gartenarbeit; Gartenbau; Gartenbau betreiben; Gärtnerei
tuiniersvak Gartenbau; Gartenbau betreiben; Hortikultur
tuinwerk Gartenarbeit; Gartenbau
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tuinieren gärtnern

Synoniemen voor "Gartenbau":


Wiktionary: Gartenbau

Gartenbau
noun
  1. der intensive Anbau von Blumen, Obst und Gemüse (sofern es nicht zur Forst- oder Landwirtschaft gehört) und die dazu notwendigen Techniken und Tätigkeiten

Verwante vertalingen van Gartenbau