Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: trösten

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: trösten

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trösten:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor trösten (Duits) in het Nederlands

trösten:

trösten werkwoord (tröste, tröstest, tröstet, tröstete, tröstetet, getröstet)

  1. trösten (unterstützen)
    ondersteunen; troosten; bemoedigen; vertroosten; opbeuren
    • ondersteunen werkwoord (ondersteun, ondersteunt, ondersteunde, ondersteunden, ondersteund)
    • troosten werkwoord (troost, troostte, troostten, getroost)
    • bemoedigen werkwoord (bemoedig, bemoedigt, bemoedigde, bemoedigden, bemoedigd)
    • vertroosten werkwoord (vertroost, vertroostte, vertroostten, vertroost)
    • opbeuren werkwoord (beur op, beurt op, beurde op, beurden op, opgebeurd)
  2. trösten (aufmuntern; ermutigen; aufrichten; aufheitern)
    opbeuren; bemoedigen
    • opbeuren werkwoord (beur op, beurt op, beurde op, beurden op, opgebeurd)
    • bemoedigen werkwoord (bemoedig, bemoedigt, bemoedigde, bemoedigden, bemoedigd)

Conjugations for trösten:

Präsens
  1. tröste
  2. tröstest
  3. tröstet
  4. trösten
  5. tröstet
  6. trösten
Imperfekt
  1. tröstete
  2. tröstetest
  3. tröstete
  4. trösteten
  5. tröstetet
  6. trösteten
Perfekt
  1. habe getröstet
  2. hast getröstet
  3. hat getröstet
  4. haben getröstet
  5. habt getröstet
  6. haben getröstet
1. Konjunktiv [1]
  1. tröste
  2. tröstest
  3. tröste
  4. trösten
  5. tröstet
  6. trösten
2. Konjunktiv
  1. tröstete
  2. tröstetest
  3. tröstete
  4. trösteten
  5. tröstetet
  6. trösteten
Futur 1
  1. werde trösten
  2. wirst trösten
  3. wird trösten
  4. werden trösten
  5. werdet trösten
  6. werden trösten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde trösten
  2. würdest trösten
  3. würde trösten
  4. würden trösten
  5. würdet trösten
  6. würden trösten
Diverses
  1. tröst!
  2. tröstet!
  3. trösten Sie!
  5. getröstet
  6. tröstend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor trösten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemoedigen aufheitern; aufmuntern; aufrichten; ermutigen; trösten; unterstützen anblasen; anfachen; anschüren; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; komplimentieren; schüren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
ondersteunen trösten; unterstützen abstützen; beistehen; beitragen; einspringen; entlasten; gutes tun; helfen; mildtätig sein; mithelfen; sekundieren; stützen; unterstützen
opbeuren aufheitern; aufmuntern; aufrichten; ermutigen; trösten; unterstützen
troosten trösten; unterstützen sein Heil suchen in; sein Ziel finden in; sich getrösten mit
vertroosten trösten; unterstützen

Synoniemen voor "trösten":


Wiktionary: trösten

trösten
verb
  1. als iemand verdriet of pijn heeft deze persoon geestelijke steun geven
Cross Translation:
FromToVia
• trösten → comfort ↔ comfort — to make comfortable
• trösten → troosten ↔ comfort — to provide comfort
• trösten → troosten; vertroosten ↔ console — to comfort
• trösten → troosten ↔ solace — to give solace to
• trösten → troosten; vertroosten ↔ consoler — soulager quelqu’un dans son affliction par des discours, par des soins, ou de quelque autre manière que ce être.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1106 seconde
Page rendered in 1.0 seconds