Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Therapie

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Therapie

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Therapie:
- therapie; behandeling
Wiktionary:
- Therapie → therapie
- Therapie → therapie

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

therapie:
- Behandlung; Therapie
Wiktionary:
- therapie → Therapie
- therapie → Therapie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Therapie (Duits) in het Nederlands

Therapie:

Therapie [die ~] zelfstandig naamwoord

die Therapie (Behandlung)
de therapie; de behandeling
- therapie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- behandeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Therapie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behandeling	Behandlung; Therapie	Anwendung; Behandlung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung
therapie	Behandlung; Therapie

Synoniemen voor "Therapie":

Behandlung; Heilverfahren; Handlungsweise; Mechanismus; Prozedur; Verfahren; Verfahrensweise

Wiktionary: Therapie

Therapie

noun

een methode om aan de genezing van zieken te werken
- therapie → Therapie

Cross Translation:

From	To	Via
• Therapie	→ therapie	↔ therapy — treatment of disease
• Therapie	→ therapie	↔ thérapie — médecine\|fr traitement pour guérir une personne malade.

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Therapie (Nederlands) in het Duits

therapie:

therapie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de therapie (behandeling)
die Behandlung; die Therapie
- Behandlung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Therapie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor therapie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Behandlung	behandeling; therapie	behandeling; treatment
Therapie	behandeling; therapie

Wiktionary: therapie

therapie

noun

een methode om aan de genezing van zieken te werken
- therapie → Therapie

Cross Translation:

From	To	Via
• therapie	→ Therapie	↔ therapy — treatment of disease
• therapie	→ Therapie	↔ thérapie — médecine\|fr traitement pour guérir une personne malade.