Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Kirche

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Kirche

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Kirche:
- kerk; godshuis; kerkgebouw; bedehuis
Wiktionary:
- Kirche → kerk
- Kirche → kerk, kerk (instituut), bedehuis, kerkgebouw, tempel, godshuis, moskee, synagoge, synagoog

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kirche (Duits) in het Nederlands

Kirche:

Kirche [die ~] zelfstandig naamwoord

die Kirche (Kirchengebäude; Kathedrale; Gotteshaus; Heiligtum)
de kerk; het godshuis; het kerkgebouw; het bedehuis
- kerk [de ~] zelfstandig naamwoord
- godshuis [het ~] zelfstandig naamwoord
- kerkgebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
- bedehuis [het ~] zelfstandig naamwoord
die Kirche
de kerk
- kerk [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kirche:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedehuis	Gotteshaus; Heiligtum; Kathedrale; Kirche; Kirchengebäude	Bethaus; Gebetshaus
godshuis	Gotteshaus; Heiligtum; Kathedrale; Kirche; Kirchengebäude
kerk	Gotteshaus; Heiligtum; Kathedrale; Kirche; Kirchengebäude	Gemeinde; Pfarrgemeinde
kerkgebouw	Gotteshaus; Heiligtum; Kathedrale; Kirche; Kirchengebäude

Synoniemen voor "Kirche":

Andachtsgebäude; Gebetshaus; Gotteshaus; Tempel; Bau; Bauwerk; Gebäude; Gemäuer
Religionsgemeinschaft; Anstalt; Einrichtung; Institution

Wiktionary: Kirche

Kirche

noun

geweihter Versammlungsort einer christlichen Glaubensgemeinschaft, in dem u. a. Gottesdienste abgehalten werden; Gebäude, das zum Abhalten christlicher Rituale vorgesehen ist
- Kirche → kerk

Kirche

noun

Openbaar gebouw voor christelijke samenkomsten
- kerk → Kirche
Christelijke organisatie voor beleving van een specifieke christelijke godsdienst
- kerk → Kirche

Cross Translation:

From	To	Via
• Kirche	→ kerk	↔ church — house of worship
• Kirche	→ kerk	↔ church — a religious organization
• Kirche	→ kerk	↔ kerk — Christelijke organisatie voor beleving van een specifieke christelijke godsdienst
• Kirche	→ kerk	↔ kerk — Openbaar gebouw voor christelijke samenkomsten
• Kirche	→ kerk (instituut)	↔ Église — Assemblée des croyants
• Kirche	→ bedehuis; kerk; kerkgebouw; tempel; godshuis; moskee; synagoge; synagoog	↔ église — Lieu de culte

Verwante vertalingen van Kirche

Kirche Gebet