Duits
Uitgebreide vertaling voor Harn lassen (Duits) in het Nederlands
Harn lassen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Harn: urine; pis; zeik
- lassen: laten; toelaten; permitteren; duren; goedkeuren; toestaan; gunnen; inwilligen; toestemmen; goedvinden; dulden; vergunnen
Harnlassen:
Synoniemen voor "Harnlassen":
Wiktionary: Harn lassen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Harn lassen | → wateren; plassen | ↔ water — colloquial: to urinate |