Garage: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Garage:
- autogarage; garage; autostalling; wagenschuur; parkeergarage
Wiktionary:
- Garage → garage
- Garage → garage, stalling, zijspoor

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

garage:
- Garage; Autohalle
Wiktionary:
- garage → Garage, Werkstatt
- garage → Garage, Autogarage

Duits

Uitgebreide vertaling voor Garage (Duits) in het Nederlands

Garage:

Garage [die ~] zelfstandig naamwoord

die Garage (Autohalle)
de autogarage; de garage; autostalling; wagenschuur
- autogarage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- autostalling [znw.] zelfstandig naamwoord
- wagenschuur [znw.] zelfstandig naamwoord
die Garage (Tiefgarage; Parkhaus)
de parkeergarage
- parkeergarage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Garage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autogarage	Autohalle; Garage
autostalling	Autohalle; Garage
garage	Autohalle; Garage
parkeergarage	Garage; Parkhaus; Tiefgarage
wagenschuur	Autohalle; Garage

Synoniemen voor "Garage":

Garage Punk; Garage Rock; Garagenrock; Sixties Punk; Rock; Rockmusik

Wiktionary: Garage

Garage

noun

Raum zum dauerhaften abstellen und Unterstellen von Kraftfahrzeugen
- Garage → garage

Garage

noun

een overdekte autostalling
- garage → Garage
een bedrijf dat
- garage → Garage

Cross Translation:

From	To	Via
• Garage	→ garage; stalling; zijspoor	↔ garage — Bâtiment d’abri pour véhicules.

Computer vertaling door derden:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Garage (Nederlands) in het Duits

garage:

garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de garage (autostalling; autogarage; wagenschuur)
die Garage; die Autohalle
- Garage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autohalle [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor garage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Autohalle	autogarage; autostalling; garage; wagenschuur
Garage	autogarage; autostalling; garage; wagenschuur	parkeergarage

Verwante woorden van "garage":

garages

Verwante definities voor "garage":

plaats waar auto's gerepareerd worden¹
- mijn auto moet naar de garage¹
stalling voor auto¹
- de auto staat in de garage¹

Wiktionary: garage

garage

noun

een overdekte autostalling
- garage → Garage
een bedrijf dat
- garage → Garage

garage

noun

Arbeitsraum eines Handwerkers
- Werkstatt → garage; werkplaats
Raum zum dauerhaften abstellen und Unterstellen von Kraftfahrzeugen
- Garage → garage

Cross Translation:

From	To	Via
• garage	→ Garage; Autogarage	↔ garage — Bâtiment d’abri pour véhicules.

Computer vertaling door derden:

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Garage

Uitgebreide vertaling voor Garage (Duits) in het Nederlands

Garage:

Garage [die ~] zelfstandig naamwoord

die Garage (Autohalle)

die Garage (Tiefgarage; Parkhaus)

Vertaal Matrix voor Garage:

Synoniemen voor "Garage":

Wiktionary: Garage

Uitgebreide vertaling voor Garage (Nederlands) in het Duits

garage:

garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de garage (autostalling; autogarage; wagenschuur)

Vertaal Matrix voor garage:

Verwante woorden van "garage":

Verwante definities voor "garage":

Wiktionary: garage