Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Benutzer

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Benutzer

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Benutzer:
Wiktionary:
- Benutzer → gebruiker
- Benutzer → gebruiker, gebruikster

Duits

Uitgebreide vertaling voor Benutzer (Duits) in het Nederlands

Benutzer:

Benutzer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Benutzer (Konsument; Verbraucher)
de consument; de gebruiker; de verbruiker
- consument [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gebruiker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- verbruiker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Benutzer [die ~] zelfstandig naamwoord

die Benutzer
de gebruikers
- gebruikers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Benutzer

Benutzer
de gebruiker
- gebruiker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Benutzer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
consument	Benutzer; Konsument; Verbraucher	Consumer; Heimanwender; Verbraucher
gebruiker	Benutzer; Konsument; Verbraucher	Drogenabhängiger; Drogenbenutzer; Drogensüchtige
gebruikers	Benutzer
verbruiker	Benutzer; Konsument; Verbraucher

Synoniemen voor "Benutzer":

Anwender; Benützer; Computer-Nutzer; Nutzer; User; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Benutzer

Benutzer

noun

Person, die etwas verwendet, gebraucht
- Benutzer → gebruiker

Benutzer

noun

iemand die iets gebruikt
- gebruiker → Benutzer

Cross Translation:

From	To	Via
• Benutzer	→ gebruiker; gebruikster	↔ user — one who uses something, a consumer
• Benutzer	→ gebruiker; gebruikster	↔ user — person who uses a computer
• Benutzer	→ gebruiker	↔ utilisateur — Celui qui utiliser un outil ou quelque chose.

Benützer:

Synoniemen voor "Benützer":

Anwender; Benutzer; Computer-Nutzer; Nutzer; User; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ