Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. täglich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor täglich (Duits) in het Nederlands

täglich:

täglich bijvoeglijk naamwoord

  1. täglich
    dagelijks
  2. täglich
    dagelijkse
  3. täglich
    daags
    • daags bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor täglich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daags täglich
dagelijks täglich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagelijkse täglich

Synoniemen voor "täglich":


Wiktionary: täglich


Cross Translation:
FromToVia
täglich dagelijks daily — that occurs every day
täglich dagelijks daily — every day
täglich dagelijks diurnal — done once every day
täglich alledaags quotidian — daily
täglich alledaags; banaal; gewoon quotidian — common, mundane
täglich daags; alledaags; dagelijks quotidien — De chaque jour. (Sens général).