Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
freilich:
-
Wiktionary:
freilich → weliswaar
freilich → beslist, voorzeker, waarlijk, zeker, als, indien, of, ingeval, wanneer, ja, jawel, immers, toch, wel, ook - Gebruikers suggesties voor freilich:
natuurlijk -
Synoniemen voor "freilich":
anstandslos; bereitwillig; freudig; gern; gerne; gewiss; natürlich; no na; selbstredend; selbstverständlich; sicher; sicherlich
aber; allerdings; daher; Gewiss; immerhin; nichtsdestoweniger; nunmehr; zugegeben
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor freilich (Duits) in het Nederlands
freilich:
Synoniemen voor "freilich":
Wiktionary: freilich
freilich
freilich
Cross Translation:
adverb
-
geeft een toegeving aan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• freilich | → beslist; voorzeker; waarlijk; zeker | ↔ certainly — without doubt, surely |
• freilich | → als; indien; of; ingeval; wanneer; ja; jawel; immers; toch; wel; zeker; ook | ↔ si — Conjonction qui introduit une condition (suivie d’une conséquence) ou une supposition qui peut être supprimée en utilisant un conditionnel. Dans le cas où, à condition que, supposer que. |