Duits
Uitgebreide vertaling voor Schaukasten (Duits) in het Nederlands
Schaukasten:
-
der Schaukasten (Vitrine)
-
der Schaukasten (Vitrine; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Auslage)
-
der Schaukasten (Schaufenster; Schaukästen)
-
der Schaukasten (Auslage; Schaufenster; Vitrine; Fensterladen; Fensterläden; Schaufensterscheibe)
de winkelruit
Vertaal Matrix voor Schaukasten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
etalage | Schaukasten; Vitrine | |
etalageruit | Schaukasten; Vitrine | |
etalages | Schaufenster; Schaukasten; Schaukästen | |
glazenkast | Auslage; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Schaukasten; Vitrine | Glasschrank; Porzellanschrank |
toonkast | Auslage; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Schaukasten; Vitrine | |
uitstalkast | Auslage; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Schaukasten; Vitrine | |
uitstalraam | Schaukasten; Vitrine | |
uitstalramen | Schaufenster; Schaukasten; Schaukästen | |
vitrine | Auslage; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Schaukasten; Vitrine | |
winkelruit | Auslage; Fensterladen; Fensterläden; Schaufenster; Schaufensterscheibe; Schaukasten; Vitrine |
Synoniemen voor "Schaukasten":
Schaukästen:
-
der Schaukästen (Schaufenster)
-
die Schaukästen (Schaufenster; Schaukasten)
Vertaal Matrix voor Schaukästen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
etalages | Schaufenster; Schaukasten; Schaukästen | |
uitstalkasten | Schaufenster; Schaukästen | |
uitstalramen | Schaufenster; Schaukasten; Schaukästen | |
vitrines | Schaufenster; Schaukästen |