Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Landwirtschaft:
-
Wiktionary:
Landwirtschaft → landbouw
Landwirtschaft → landbouw, akkerbouw, agricultuur -
Synoniemen voor "Landwirtschaft":
Ackerbau; Agrar; Landbau
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Landwirtschaft (Duits) in het Nederlands
Landwirtschaft: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Land: land; landmassa; staat; rijk; natie; landschap; platteland; vaderland; geboorteland; thuisland; bakermat; land van herkomst; land van oorsprong
- Wirtschaft: economie; economiestudie; volkshuishouding; staathuishoudkunde; bedrijfsleven; bar; lokaliteit; vak; ambacht; stiel; métier; café; kroeg; taveerne; tapperij; knijp
- Landwirt: landbouwer; boer; agrariër; boeren; agrariërs; akkerbouwer
- Schaft: schacht; loop; geweerlade; schoenleest
Spelling Suggesties voor: Landwirtschaft
Landwirtschaft:
Synoniemen voor "Landwirtschaft":
Wiktionary: Landwirtschaft
Landwirtschaft
Cross Translation:
noun
Landwirtschaft
-
ohne Plural: der zielgerichtete, wirtschaftliche Anbau von Pflanzen (Ackerbau, Gartenbau, Obstbau, Weinbau) und die zielgerichtete, wirtschaftliche Nutzung und Zucht von domestizierten Tieren (Viehzucht)
- Landwirtschaft → landbouw
noun
-
het cultiveren van land voor de voortbrengst van voedsel en andere nuttige producten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Landwirtschaft | → landbouw | ↔ agriculture — the art or science of cultivating the ground |
• Landwirtschaft | → landbouw; akkerbouw; agricultuur | ↔ agriculture — ensemble des activités économiques avoir principalement pour objet la culture des terres, et d’une manière générale « l’ensemble des travaux transformer le milieu naturel pour la production de végétal et d’animal [ |
Computer vertaling door derden: