Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: anmelden

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: anmelden

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anmelden:
  2. Anmelden:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor anmelden (Duits) in het Nederlands

anmelden:

anmelden werkwoord (melde an, meldest an, meldet an, meldete an, meldetet an, angemeldet)

  1. anmelden (eintragen; einschreiben)
    aanmelden; subscriberen; opgeven; inschrijven; intekenen
    • aanmelden werkwoord (meld aan, meldt aan, meldde aan, meldden aan, aangemeld)
    • subscriberen werkwoord (subscribeer, subscribeert, subscribeerde, subscribeerden, gesubscribeerd)
    • opgeven werkwoord (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • inschrijven werkwoord (schrijf in, schrijft in, schreef in, schreven in, ingeschreven)
    • intekenen werkwoord (teken in, tekent in, tekende in, tekenden in, ingetekend)
  2. anmelden (einschreiben; eintragen)
    inschrijven; intekenen
    • inschrijven werkwoord (schrijf in, schrijft in, schreef in, schreven in, ingeschreven)
    • intekenen werkwoord (teken in, tekent in, tekende in, tekenden in, ingetekend)
  3. anmelden (melden; immatrikulieren)
    zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
  4. anmelden (angeben; deklarieren; anzeigen; melden)
    declareren; aangeven
    • declareren werkwoord (declareer, declareert, declareerde, declareerden, gedeclareerd)
    • aangeven werkwoord (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)
  5. anmelden (anzeigen)
    aandienen
    • aandienen werkwoord (dien aan, dient aan, diende aan, dienden aan, aangediend)
  6. anmelden
    aanmelden
    • aanmelden werkwoord (meld aan, meldt aan, meldde aan, meldden aan, aangemeld)

Conjugations for anmelden:

Präsens
  1. melde an
  2. meldest an
  3. meldet an
  4. melden an
  5. meldet an
  6. melden an
Imperfekt
  1. meldete an
  2. meldetest an
  3. meldete an
  4. meldeten an
  5. meldetet an
  6. meldeten an
Perfekt
  1. habe angemeldet
  2. hast angemeldet
  3. hat angemeldet
  4. haben angemeldet
  5. habt angemeldet
  6. haben angemeldet
1. Konjunktiv [1]
  1. melde an
  2. meldest an
  3. melde an
  4. melden an
  5. meldet an
  6. melden an
2. Konjunktiv
  1. meldete an
  2. meldetest an
  3. meldete an
  4. meldeten an
  5. meldetet an
  6. meldeten an
Futur 1
  1. werde anmelden
  2. wirst anmelden
  3. wird anmelden
  4. werden anmelden
  5. werdet anmelden
  6. werden anmelden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde anmelden
  2. würdest anmelden
  3. würde anmelden
  4. würden anmelden
  5. würdet anmelden
  6. würden anmelden
Diverses
  1. meld an!
  2. meldet an!
  3. melden Sie an!
  5. angemeldet
  6. anmeldend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor anmelden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeven Angabe; Anzeige; Meldung; Zollerklärung
aanmelden Anmelden; Einschreibung; Eintragung; Immatrikulation
opgeven Anfragen; Anmelden; Anzeigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandienen anmelden; anzeigen
aangeven angeben; anmelden; anzeigen; deklarieren; melden anzeigen; darreichen; etwas andeuten; etwas zeigen; hergeben; herumgeben; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; petzen; reichen; verpfeifen; verraten; überreichen
aanmelden anmelden; einschreiben; eintragen Anmelde-; Anmeldung; abonnieren; anheuern; anmustern; einschreiben; eintragen
declareren angeben; anmelden; anzeigen; deklarieren; melden
inschrijven anmelden; einschreiben; eintragen anheuern; anmustern; bewerten; einschreiben; eintragen; erkunden; insKatastereintragen; katastrieren
intekenen anmelden; einschreiben; eintragen
opgeven anmelden; einschreiben; eintragen abfallen; abhängen; abkoppeln; abtrennen; aufgeben; ausfallen; aushändigen; ausliefern; ausscheiden; die Hoffnung aufgeben; einschreiben; entkoppeln; etwas aufgeben; in den Sack hauen; kaitulieren; kapitulieren; loshaken; loskoppeln; opfern; verzichten; zurücktreten; übergeben
subscriberen anmelden; einschreiben; eintragen
zich aanmelden anmelden; immatrikulieren; melden
zich melden anmelden; immatrikulieren; melden
zich opgeven anmelden; immatrikulieren; melden

Synoniemen voor "anmelden":


Wiktionary: anmelden

anmelden
verb
  1. sich eintragen lassen
anmelden
verb
  1. zich ~ (van personen): zich aanmelden
  2. (overgankelijk) de komst melden van
  3. zich opgeven
  4. zich bekend maken met gebruikersnaam en wachtwoord
Cross Translation:
FromToVia
• anmelden → aanmelden; inloggen ↔ log in — gain access to a computer system
• anmelden → annonceren; adverteren; aankondigen; aandienen ↔ annoncer — Faire connaître.
• anmelden → inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten; binnenleiden; inleiden; invoeren; steken; insteken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre.
• anmelden → afkondigen; openbaar maken; publiceren; ruchtbaar maken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen ↔ publier — rendre public et notoire.

Anmelden:

Anmelden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anmelden (Eintragung; Immatrikulation; Einschreibung)
    de inschrijving; aanmelden
  2. Anmelden (Anschreiben; Ankündigen; Ansagen)
    aanschrijven; aanzeggen
  3. Anmelden (Anfragen; Anzeigen)
    het aanvragen; opgeven

Anmelden werkwoord

  1. Anmelden
    Aanmelden

Vertaal Matrix voor Anmelden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmelden Anmelden; Einschreibung; Eintragung; Immatrikulation
aanschrijven Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben
aanvragen Anfragen; Anmelden; Anzeigen
aanzeggen Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben Ankündigen; Ansagen
inschrijving Anmelden; Einschreibung; Eintragung; Immatrikulation Anmeldung; Buchung; Einschreibung; Eintragung; Immatrikulation; Registrierung; Submission; Subskription; Zeichnung; Zertifikatregistrierung
opgeven Anfragen; Anmelden; Anzeigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmelden Anmelde-; Anmeldung; abonnieren; anheuern; anmelden; anmustern; einschreiben; eintragen
aanschrijven ansagen; anschreiben; kundgeben
aanvragen anfordern; anfragen; ansuchen; beantragen; bitten; einen Antrag machen; einfordern; ersuchen; fordern; fragen
aanzeggen ansagen; anschreiben; kundgeben
opgeven abfallen; abhängen; abkoppeln; abtrennen; anmelden; aufgeben; ausfallen; aushändigen; ausliefern; ausscheiden; die Hoffnung aufgeben; einschreiben; eintragen; entkoppeln; etwas aufgeben; in den Sack hauen; kaitulieren; kapitulieren; loshaken; loskoppeln; opfern; verzichten; zurücktreten; übergeben
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aanmelden Anmelden

Wiktionary: Anmelden

Cross Translation:
FromToVia
• Anmelden → registratie ↔ registration — the act of signing up or registering for something

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0957 seconde
Page rendered in 1.0 seconds