Duits
Uitgebreide vertaling voor Wert (Duits) in het Nederlands
wert:
-
wert
-
wert (ausgewählt; lieb; ergeben; teuer)
favoriete; dierbaar; lievelings; geselecteerd; verkoren; toegenegen-
favoriete bijvoeglijk naamwoord
-
dierbaar bijvoeglijk naamwoord
-
lievelings bijvoeglijk naamwoord
-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
verkoren bijvoeglijk naamwoord
-
toegenegen bijvoeglijk naamwoord
-
-
wert (herrschaftlich; vornehm; stattlich; elegant; würdevoll; ansehnlich; königlich; schick; herrlich; gehoben; würdig; illuster; hocherhaben; erhaben)
gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; verheven; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig-
gedistingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
beroemd bijvoeglijk naamwoord
-
voornaam bijvoeglijk naamwoord
-
illuster bijvoeglijk naamwoord
-
hooggeplaatst bijvoeglijk naamwoord
-
adelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verheven bijvoeglijk naamwoord
-
gewichtig bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
doorluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor wert:
Synoniemen voor "wert":
Wert:
-
der Wert (Verdienst; Würde; Geltung; Verdienstlichkeit; Verdienste)
-
der Wert (Bedeutung; Tragweite)
-
der Wert (Bedeutung; Sinn; Tendenz; Wichigkeit; Tragweite)
-
der Wert (Wichtigkeit; Gewicht)
-
der Wert
Vertaal Matrix voor Wert:
Synoniemen voor "Wert":
Wiktionary: Wert
Wert
Cross Translation:
noun
Wert
-
meist in Geld ausgedrücktes materielles Äquivalent einer Sache, einer Dienstleistung oder einer Information
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Wert | → waarde | ↔ value — quality (positive or negative) that renders something desirable or valuable |
• Wert | → gelijkwaardig aan | ↔ worth — equal in value to |
• Wert | → vermogen | ↔ worth — making a fair equivalent of |
• Wert | → waarde | ↔ worth — value |
• Wert | → waarde; getal; gehalte | ↔ valeur — qualité ou justesse d’une chose, d’une idée, d’un ouvrage. |