Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Anhänger

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Anhänger

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anhänger:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anhänger (Duits) in het Nederlands

Anhänger:

Anhänger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anhänger (Autoanhänger)
    de aanhanger; de aanhangwagen
  2. der Anhänger (Autoanhänger)
    het aanhangwagentje
  3. der Anhänger (Fans)
    de fans; de aanhang; de volgers; de supporters
    • fans [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • aanhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volgers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • supporters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. der Anhänger (Fan; Fanatiker)
    de supporter; de aanhanger; de fan
    • supporter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanhanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. der Anhänger (Aufleger; Anhängewagen; Autoanhänger)
    de trailers; de aanhangwagens; de opleggers; de aanhangers
  6. der Anhänger (Befürworter; Verfechter; Fürsprecher)
    de voorstander
  7. der Anhänger
    de bijwagen
    • bijwagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. der Anhänger
    de etiketten; de prijskaartjes
  9. der Anhänger
    de medestanders
  10. der Anhänger
    ophanglussen
  11. der Anhänger
    de partijgangers
  12. der Anhänger (Nachfolger; Geselle; Verfolger; Jünger)
    de aanhanger; de volgeling; de discipel; de navolger; de volger
    • aanhanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volgeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • discipel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • navolger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  13. der Anhänger (Jünger)
    de volgelingen; de discipelen
  14. der Anhänger (Jünger)
    de volgelinge

Anhänger [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anhänger (Aufklebeschilder; Anhängezettel)
    de etiketten; de labels
    • etiketten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • labels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Anhänger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhang Anhänger; Fans
aanhanger Anhänger; Autoanhänger; Fan; Fanatiker; Geselle; Jünger; Nachfolger; Verfolger
aanhangers Anhänger; Anhängewagen; Aufleger; Autoanhänger
aanhangwagen Anhänger; Autoanhänger
aanhangwagens Anhänger; Anhängewagen; Aufleger; Autoanhänger
aanhangwagentje Anhänger; Autoanhänger
bijwagen Anhänger
discipel Anhänger; Geselle; Jünger; Nachfolger; Verfolger
discipelen Anhänger; Jünger
etiketten Anhänger; Anhängezettel; Aufklebeschilder
fan Anhänger; Fan; Fanatiker Fan; Verehrer
fans Anhänger; Fans
labels Anhänger; Anhängezettel; Aufklebeschilder
medestanders Anhänger
navolger Anhänger; Geselle; Jünger; Nachfolger; Verfolger Imitator; Nachfolger
ophanglussen Anhänger
opleggers Anhänger; Anhängewagen; Aufleger; Autoanhänger
partijgangers Anhänger
prijskaartjes Anhänger
supporter Anhänger; Fan; Fanatiker
supporters Anhänger; Fans
trailers Anhänger; Anhängewagen; Aufleger; Autoanhänger
volgeling Anhänger; Geselle; Jünger; Nachfolger; Verfolger
volgelinge Anhänger; Jünger
volgelingen Anhänger; Jünger
volger Anhänger; Geselle; Jünger; Nachfolger; Verfolger
volgers Anhänger; Fans
voorstander Anhänger; Befürworter; Fürsprecher; Verfechter

Synoniemen voor "Anhänger":


Wiktionary: Anhänger

Anhänger
noun
  1. rijdend object dat achter de auto gehangen kan worden voor het vervoeren van goederen.
Cross Translation:
FromToVia
• Anhänger → hanger; hangertje ↔ pendant — a piece of jewellery hung from a chain worn around the neck
• Anhänger → aanhangwagen; aanhanger ↔ trailer — vehicle towed behind another, used for carrying equipment
• Anhänger → trailer; oplegger; aanhangwagen ↔ remorque — Traductions à trier

Verwante vertalingen van Anhänger







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0724 seconde
Page rendered in 1.0 seconds