Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- unfreundlich:
-
Wiktionary:
- unfreundlich → vijandelijk, bars, honds, nors, nurks, onaardig, onvriendelijk, stuurs, zuur, mistroostig, naargeestig, somber, triestig, balorig, kregel, slechtgehumeurd, kregelig, gemelijk, akelig, naar, onaangenaam, verdrietelijk, vervelend, saai
Duits
Uitgebreide vertaling voor unfreundlich (Duits) in het Nederlands
unfreundlich:
-
unfreundlich (nicht nett; unhöflich)
onvriendelijk; onverdraagzaam; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onwelwillend-
onvriendelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onverdraagzaam bijvoeglijk naamwoord
-
onaardig bijvoeglijk naamwoord
-
onhartelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onhebbelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onwelwillend bijvoeglijk naamwoord
-
-
unfreundlich (grob; taktlos; unmanierlich)
-
unfreundlich (nichthilfsbereit; ungefällig; nichtdienstwillig)
onbereidwillig; onwelwillend; ongedienstig-
onbereidwillig bijvoeglijk naamwoord
-
onwelwillend bijvoeglijk naamwoord
-
ongedienstig bijvoeglijk naamwoord
-
-
unfreundlich (unhöfflich; grob)
Vertaal Matrix voor unfreundlich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onaardig | nicht nett; unfreundlich; unhöflich | |
onhartelijk | nicht nett; unfreundlich; unhöflich | |
onhebbelijk | grob; nicht nett; taktlos; unfreundlich; unhöflich; unmanierlich | |
onheus | grob; unfreundlich; unhöfflich | |
onverdraagzaam | nicht nett; unfreundlich; unhöflich | |
onvriendelijk | grob; nicht nett; taktlos; unfreundlich; unhöflich; unmanierlich | bissig; scharf; schnippisch |
onwelwillend | nicht nett; nichtdienstwillig; nichthilfsbereit; unfreundlich; ungefällig; unhöflich | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onbereidwillig | nichtdienstwillig; nichthilfsbereit; unfreundlich; ungefällig | |
ongedienstig | nichtdienstwillig; nichthilfsbereit; unfreundlich; ungefällig |
Synoniemen voor "unfreundlich":
Wiktionary: unfreundlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unfreundlich | → vijandelijk | ↔ inimical — hostile |
• unfreundlich | → bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur | ↔ bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner. |
• unfreundlich | → bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur | ↔ grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes. |
• unfreundlich | → mistroostig; naargeestig; somber; triestig; balorig; kregel; slechtgehumeurd; kregelig; gemelijk; akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend; bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur; saai | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |
• unfreundlich | → bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur | ↔ quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur. |
Computer vertaling door derden: