Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor beschlagen (Duits) in het Nederlands
beschlagen:
-
beschlagen (feucht; naß; klamm; feuchtkalt)
-
beschlagen (glanzlos; matt; grau; stumpf; trüb; dumpf; trübe; farblos; mattiert)
-
beschlagen (nicht hell; matt; dumpfig; stumpf; schwach; grau; hohl; blind; schlapp; schlaff; flau; farblos; glanzlos)
mat; dof; flets; niet helder-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
dof bijvoeglijk naamwoord
-
flets bijvoeglijk naamwoord
-
niet helder bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor beschlagen:
Synoniemen voor "beschlagen":
Wiktionary: beschlagen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschlagen | → beslaan | ↔ shoe — to put horseshoes on a horse |
Computer vertaling door derden: