Geschrei: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Geschrei:
- vergieten; tranen vergieten; geschrei; geschreeuw; gegil; gebrul; gebulder; gekrijs; gekijf; misbaar
Wiktionary:
- Geschrei → geblaat
- Geschrei → gegil, geroep, geschreeuw, gehuil, geblaat

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschrei (Duits) in het Nederlands

Geschrei
het vergieten; tranen vergieten; het geschrei
- vergieten [het ~] zelfstandig naamwoord
- tranen vergieten [znw.] zelfstandig naamwoord
- geschrei [het ~] zelfstandig naamwoord
Geschrei (Gezeter; Gebrüll; Gegröle)
het geschreeuw; het gegil
- geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
- gegil [het ~] zelfstandig naamwoord
Geschrei (Gebrüll; Gekreisch; Schreien; Kreischen; Zetergeschrei; Spektakel)
het gebrul; het geschreeuw; het gebulder; het gekrijs
- gebrul [het ~] zelfstandig naamwoord
- geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
- gebulder [het ~] zelfstandig naamwoord
- gekrijs [het ~] zelfstandig naamwoord
Geschrei (Gebrüll; Gekreisch)
het geschreeuw; het gegil; het gekrijs
- geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
- gegil [het ~] zelfstandig naamwoord
- gekrijs [het ~] zelfstandig naamwoord
Geschrei (Gekeife; Keiferei; Geschimpfe; Gezänk)
het gekijf
- gekijf [het ~] zelfstandig naamwoord
Geschrei (Lärm; Krawall; Spektakel; Geheul)
het misbaar
- misbaar [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gebrul	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei	Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
gebulder	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei	Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
gegil	Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter
gekijf	Gekeife; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei
gekrijs	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
geschreeuw	Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei	Ruf; Rufen; Schrei; Schreien
geschrei	Geschrei
misbaar	Geheul; Geschrei; Krawall; Lärm; Spektakel
tranen vergieten	Geschrei
vergieten	Geschrei
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vergieten		gießen; kleckern; vergeuden; vergießen; verschwenden; vertun
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
misbaar		abkömmlich; entbehrlich

Geschrei

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Geschrei	→ gegil; geroep; geschreeuw; gehuil; geblaat	↔ hurlement — Action de hurler.

Nederlands

het geschrei (vergieten; tranen vergieten)
Geschrei
- Geschrei [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geschrei	geschrei; tranen vergieten; vergieten	gebrul; gebulder; gegil; gekijf; gekrijs; geschreeuw; misbaar