Duits

Uitgebreide vertaling voor Diener (Duits) in het Nederlands

Diener:

Diener [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Diener (Bediente)
    de bediende; de knecht
    • bediende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Diener (Untertanen; Dienstmädchen; Haushaltshilfe)
    de onderdanen; de dienaars
  3. der Diener (Knecht; Bediente; Stallknecht)
    de knecht; de dienaar; de dienstknecht
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienstknecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Diener
    de serveersters; tafelbediendes
  5. der Diener (Verneigung)
    de buigingen
    • buigingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  6. der Diener (Kammerdiener; Hausdiener; Geselle; )
    de kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende; de butler

Vertaal Matrix voor Diener:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediende Bediente; Diener
buigingen Diener; Verneigung
butler Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
dienaar Bediente; Diener; Knecht; Stallknecht
dienaars Diener; Dienstmädchen; Haushaltshilfe; Untertanen
dienstknecht Bediente; Diener; Knecht; Stallknecht
herenknecht Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
kamerbediende Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
kamerdienaar Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
knecht Bediente; Diener; Knecht; Stallknecht Aushilfe; Bauernknecht; Hilfe; Knecht; Stallknecht
onderdanen Diener; Dienstmädchen; Haushaltshilfe; Untertanen
serveersters Diener
tafelbediendes Diener

Synoniemen voor "Diener":

  • Butler; Befehlsempfänger; Untergebener; Untergeordneter; Untertan
  • Büttel; Knappe; Knecht; Lakai; Subalterner

Wiktionary: Diener


Cross Translation:
FromToVia
Diener bediende; dienaar; knecht; dienares; dienstmeisje; meid; dienstbode; dienstmaagd; huisdier domestiquepersonnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers.
Diener bediende; dienaar; knecht serviteur — Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité.

Verwante vertalingen van Diener