Duits
Uitgebreide vertaling voor verboten (Duits) in het Nederlands
verboten:
-
verboten (widerrechtlich; illegal; unrechtmäßig; unzulässig; gesetzwidrig; ungesetzlich)
wederrechtelijk; verboden; ongeoorloofd; onwettelijk; illegaal; onwettig; illegitiem; onwetmatig-
wederrechtelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verboden bijvoeglijk naamwoord
-
ongeoorloofd bijvoeglijk naamwoord
-
onwettelijk bijvoeglijk naamwoord
-
illegaal bijvoeglijk naamwoord
-
onwettig bijvoeglijk naamwoord
-
illegitiem bijvoeglijk naamwoord
-
onwetmatig bijvoeglijk naamwoord
-
-
verboten (gesetzeswidrig; illegal; unrechtmäßig; unzulässig; unerlaubt; widerrechtlich; gesetzwidrig; ungesetzlich; nicht erlaubt; heimlich)
verboden; illegaal; onwettelijk; ongeoorloofd; onwettig; onrechtmatig; wederrechtelijk; onwetmatig-
verboden bijvoeglijk naamwoord
-
illegaal bijvoeglijk naamwoord
-
onwettelijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongeoorloofd bijvoeglijk naamwoord
-
onwettig bijvoeglijk naamwoord
-
onrechtmatig bijvoeglijk naamwoord
-
wederrechtelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onwetmatig bijvoeglijk naamwoord
-
-
verboten (heimlich; geheim; verborgen; unzulässig; versteckt; nicht erlaubt; verstohlen; illegal; unerlaubt; gesetzwidrig)
geheim; stiekem; heimelijk; in het geniep; in het geheim; steels; verstolen-
geheim bijvoeglijk naamwoord
-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
heimelijk bijvoeglijk naamwoord
-
in het geniep bijvoeglijk naamwoord
-
in het geheim bijvoeglijk naamwoord
-
steels bijvoeglijk naamwoord
-
verstolen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verboten:
Synoniemen voor "verboten":
verbieten:
-
verbieten (verweigern; versagen)
Conjugations for verbieten:
Präsens
- verbiete
- verbietest
- verbietet
- verbieten
- verbietet
- verbieten
Imperfekt
- verbot
- verbotest
- verbot
- verboten
- verbotet
- verboten
Perfekt
- habe verboten
- hast verboten
- hat verboten
- haben verboten
- habt verboten
- haben verboten
1. Konjunktiv [1]
- verbiete
- verbietest
- verbiete
- verbieten
- verbietet
- verbieten
2. Konjunktiv
- verbôte
- verbötest
- verbôtet
- verböten
- verbôtet
- verbôten
Futur 1
- werde verbieten
- wirst verbieten
- wird verbieten
- werden verbieten
- werdet verbieten
- werden verbieten
1. Konjunktiv [2]
- würde verbieten
- würdest verbieten
- würde verbieten
- würden verbieten
- würdet verbieten
- würden verbieten
Diverses
- verbiete
- verbietet!
- verbieten Sie!
- verboten
- verbietend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verbieten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verbieden | verbieten; versagen; verweigern |
Synoniemen voor "verbieten":
Wiktionary: verbieten
verbieten
Cross Translation:
verb
verbieten
-
Unterlassung fordern
- verbieten → verbieden
verb
-
een bepaalde handeling strafbaar stellen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbieten | → verbieden | ↔ bar — to prohibit |
• verbieten | → [[niet toestaan]]; verbieden | ↔ disallow — to refuse to allow |
• verbieten | → verbieden | ↔ forbid — to disallow |
• verbieten | → verbieden | ↔ prohibit — to proscribe |
• verbieten | → verbieden | ↔ proscribe — forbid or prohibit |
• verbieten | → afkeuren; afraden; verbieden | ↔ proscribe — denounce |
• verbieten | → verbieden | ↔ interdire — défendre quelque chose à quelqu’un, ne pas lui permettre par une décision d'autorité. |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verboten (Nederlands) in het Duits
verboten: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- ver: entlegen; abgelegen; weitentfernt
- boten: Schiffe; Dampfer; Schiffchen; Kähne
- bot: Knochen; Gebeine; einsilbig; angebunden; brüsk; kurz angebunden; ohne Umschweife; verschwommen; unscharf; doof; dumm; grob; wild; stumpf; unerzogen; derb; unhöflich; schroff; plump; klobig; schwerfällig; ungeschickt; ungehobelt; bäuerisch; flegelhaft; ungeschliffen; tölpelhaft; täppisch; grobschlächtig; unkultiviert; ungeschlacht; lümmelhaft; zutäppisch; Robot