Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- hoffnungslos:
-
Wiktionary:
- hoffnungslos → hopeloos, uitzichtloos, kansloos
Duits
Uitgebreide vertaling voor hoffnungslos (Duits) in het Nederlands
hoffnungslos:
-
hoffnungslos (aussichtslos)
hopeloos; uitzichtloos; kansloos-
hopeloos bijvoeglijk naamwoord
-
uitzichtloos bijvoeglijk naamwoord
-
kansloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
hoffnungslos (unmöglich; nichtausführbar; aussichtslos)
onmogelijk-
onmogelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
hoffnungslos (ohne hoffnung; aussichtslos; ratlos; desperat; verzweifelt)
Vertaal Matrix voor hoffnungslos:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hopeloos | aussichtslos; desperat; hoffnungslos; ohne hoffnung; ratlos; verzweifelt | |
kansloos | aussichtslos; hoffnungslos | |
onmogelijk | aussichtslos; hoffnungslos; nichtausführbar; unmöglich | |
uitzichtloos | aussichtslos; hoffnungslos | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zonder hoop | aussichtslos; desperat; hoffnungslos; ohne hoffnung; ratlos; verzweifelt |
Synoniemen voor "hoffnungslos":
Wiktionary: hoffnungslos
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hoffnungslos | → hopeloos; uitzichtloos; kansloos | ↔ hopeless — destitute of hope; having no expectation of good; despairing |