Duits

Uitgebreide vertaling voor achten (Duits) in het Nederlands

achten:

achten werkwoord (achte, achtest, achtet, achtete, achtetet, geachtet)

  1. achten (verschonen)
    in acht nemen; ontzien; verschonen; sparen
    • in acht nemen werkwoord (neem in acht, neemt in acht, nam in acht, namen in acht, in acht genomen)
    • ontzien werkwoord (ontzie, ontziet, ontzag, ontzagen, ontzien)
    • verschonen werkwoord (verschoon, verschoont, verschoonde, verschoonden, verschoond)
    • sparen werkwoord (spaar, spaart, spaarde, spaarden, gespaard)
  2. achten (berechnen)
    schatten; berekenen; ramen
    • schatten werkwoord (schat, schatte, schatten, geschat)
    • berekenen werkwoord (bereken, berekent, berekende, berekenden, berekend)
    • ramen werkwoord (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
  3. achten (hochachten; respektieren; schätzen; )
    respecteren; eerbiedigen; hoogschatten; achten; hoogachten
    • respecteren werkwoord (respecteer, respecteert, respecteerde, respecteerden, gerespecteerd)
    • eerbiedigen werkwoord (eerbiedig, eerbiedigt, eerbiedigde, eerbiedigden, eerbiedigd)
    • hoogschatten werkwoord (schat hoog, schatte hoog, schatten hoog, gehoogschat)
    • achten werkwoord (acht, achtte, achtten, geacht)
    • hoogachten werkwoord (acht hoog, achtte hoog, achtten hoog, hooggeacht)
  4. achten (schätzen; würdigen; respektieren; )
    appreciëren; waarderen; op prijs stellen
    • appreciëren werkwoord (apprecieer, apprecieert, apprecieerde, apprecieerden, geapprecieerd)
    • waarderen werkwoord (waardeer, waardeert, waardeerde, waardeerden, gewaardeerd)
    • op prijs stellen werkwoord
  5. achten (Ehrfurcht bezeigen; ehren; rühmen; )
    eren; eerbied bewijzen
  6. achten (herausstreichen; indenHimmelheben; loben; )
    de hemel in prijzen; ophemelen; hemelhoog prijzen
  7. achten (huldigen; ehren; hochachten)
    eer aandoen; eren; huldigen; hulde bewijzen
  8. achten (in Ehre halten; ehren; hochachten)
    in ere houden
    • in ere houden werkwoord (houd in ere, houdt in ere, hield in ere, hielden in ere, in ere gehouden)

Conjugations for achten:

Präsens
  1. achte
  2. achtest
  3. achtet
  4. achten
  5. achtet
  6. achten
Imperfekt
  1. achtete
  2. achtetest
  3. achtete
  4. achteten
  5. achtetet
  6. achteten
Perfekt
  1. habe geachtet
  2. hast geachtet
  3. hat geachtet
  4. haben geachtet
  5. habt geachtet
  6. haben geachtet
1. Konjunktiv [1]
  1. achte
  2. achtest
  3. achte
  4. achten
  5. achtet
  6. achten
2. Konjunktiv
  1. achtete
  2. achtetest
  3. achtete
  4. achteten
  5. achtetet
  6. achteten
Futur 1
  1. werde achten
  2. wirst achten
  3. wird achten
  4. werden achten
  5. werdet achten
  6. werden achten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde achten
  2. würdest achten
  3. würde achten
  4. würden achten
  5. würdet achten
  6. würden achten
Diverses
  1. acht!
  2. achtet!
  3. achten Sie!
  4. geachtet
  5. achtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor achten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
appreciëren Würdigung
eerbiedigen Ehrerbietung; Hochachtung; Respekt
eren Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
ontzien Schonung; Verschonung
schatten Schätzchen; Schätze
waarderen Anerkennen; Anrechnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
appreciëren achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
berekenen achten; berechnen ausarbeiten; berechnen; kalkulieren; veranschlagen; überschlagen
de hemel in prijzen achten; ehren; herausstreichen; hochachten; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen
eer aandoen achten; ehren; hochachten; huldigen
eerbied bewijzen Ehrfurcht bezeigen; achten; ehren; herausstreichen; hochachten; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen
eerbiedigen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren ehren
eren Ehrfurcht bezeigen; achten; ehren; herausstreichen; hochachten; huldigen; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen
hemelhoog prijzen achten; ehren; herausstreichen; hochachten; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen
hoogachten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
hoogschatten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
hulde bewijzen achten; ehren; hochachten; huldigen
huldigen achten; ehren; hochachten; huldigen
in acht nemen achten; verschonen
in ere houden achten; ehren; hochachten; in Ehre halten ehren; hochhalten
ontzien achten; verschonen
op prijs stellen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
ophemelen achten; ehren; herausstreichen; hochachten; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen
ramen achten; berechnen berechnen; kalkulieren; schätzen; taxieren; veranschlagen; voranschlagen
respecteren achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
schatten achten; berechnen berechnen; kalkulieren; schätzen; taxieren; veranschlagen; voranschlagen
sparen achten; verschonen Geld auf der Bank tun; ansammeln; aufbewahren; sammeln; scharen; sparen; versammeln; übrigbehalten
verschonen achten; verschonen entschuldigen; verzeihen
waarderen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen

Synoniemen voor "achten":


Wiktionary: achten

achten
verb
  1. auf jemanden achten: auf jemanden aufpassen; aufpassen, dass jemandem nichts passiert
  2. auf etwas achten: aufrechterhalten; überwachen
  3. beachten
  4. auf etwas achten: beobachten; Ausschau halten nach etwas

Cross Translation:
FromToVia
achten achten; waarderen; prijzen esteem — to regard with respect
achten opletten pay attention — to be attentive
achten houden van; hechten aan; mogen; waarderen; beminnen; liefhebben aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.
achten hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).

Achten:

Achten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Achten (Erweisen der Ehre; Ehren)
    het achten; eren
    • achten [het ~] zelfstandig naamwoord
    • eren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Achten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
eren Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
eren Ehrfurcht bezeigen; achten; ehren; herausstreichen; hochachten; huldigen; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen

Verwante vertalingen van achten



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achten (Nederlands) in het Duits

achten:

achten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het achten (eren)
    Achten; Ehren; Erweisen der Ehre

achten werkwoord (acht, achtte, achtten, geacht)

  1. achten (hoogachten; respecteren; eerbiedigen; hoogschatten)
    respektieren; achten; schätzen; hochachten; ehren; verehren; hochhalten; hochschätzen
    • respektieren werkwoord (respektiere, respektierst, respektiert, respektierte, respektiertet, respektiert)
    • achten werkwoord (achte, achtest, achtet, achtete, achtetet, geachtet)
    • schätzen werkwoord (schätze, schätzest, schätzt, schätzte, schätztet, geschätzt)
    • hochachten werkwoord (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)
    • ehren werkwoord (ehre, ehrst, ehrt, ehrte, ehrtet, geehrt)
    • verehren werkwoord (verehre, verehrst, verehrt, verehrte, verehrtet, verehrt)
    • hochhalten werkwoord (halte hoch, hältst hoch, hält hoch, hielt hoch, hieltet hoch, hochgehalten)
    • hochschätzen werkwoord

Conjugations for achten:

o.t.t.
  1. acht
  2. acht
  3. acht
  4. achten
  5. achten
  6. achten
o.v.t.
  1. achtte
  2. achtte
  3. achtte
  4. achtten
  5. achtten
  6. achtten
v.t.t.
  1. ben geacht
  2. bent geacht
  3. is geacht
  4. zijn geacht
  5. zijn geacht
  6. zijn geacht
v.v.t.
  1. was geacht
  2. was geacht
  3. was geacht
  4. waren geacht
  5. waren geacht
  6. waren geacht
o.t.t.t.
  1. zal achten
  2. zult achten
  3. zal achten
  4. zullen achten
  5. zullen achten
  6. zullen achten
o.v.t.t.
  1. zou achten
  2. zou achten
  3. zou achten
  4. zouden achten
  5. zouden achten
  6. zouden achten
diversen
  1. acht!
  2. acht!
  3. geacht
  4. achtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor achten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Achten achten; eren
Ehren achten; eren
Erweisen der Ehre achten; eren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; berekenen; de hemel in prijzen; eer aandoen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; hulde bewijzen; huldigen; in acht nemen; in ere houden; ontzien; op prijs stellen; ophemelen; ramen; schatten; sparen; verschonen; waarderen
ehren achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; de hemel in prijzen; eer aandoen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; hemelhoog prijzen; houden aan; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; lofprijzen; op prijs stellen; ophemelen; waarderen
hochachten achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; de hemel in prijzen; eer aandoen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; op prijs stellen; ophemelen; waarderen
hochhalten achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; hooghouden; in de hoogte houden; in de hoogte steken; in ere houden; omhooghouden; omhoogsteken; op prijs stellen; ophouden; waarderen
hochschätzen achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; loven; op prijs stellen; prijzen; roemen; vereren; waarderen; zich lovend uitlaten
respektieren achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; op prijs stellen; waarderen
schätzen achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren aannemen; aanrekenen; aanwrijven; adviseren; afwegen; appreciëren; bepalen; beramen; berispen; beschuldigen; blameren; geloven; gispen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; inschatten; laken; loven; nadragen; op prijs stellen; overdenken; overwegen; postuleren; prijzen; raden; ramen; roemen; schatten; suggereren; taxeren; uitgaan van; vereren; veronderstellen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; vooronderstellen; waarderen; zich lovend uitlaten
verehren achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren aanbidden; adoreren; appreciëren; doneren; geven; op prijs stellen; schenken; verafgoden; waarderen

Verwante woorden van "achten":


Synoniemen voor "achten":


Antoniemen van "achten":


Verwante definities voor "achten":

  1. iets vinden1
    • ik acht hem niet in staat iets slechts te doen1
  2. respect voor hem hebben1
    • ik acht deze rechter heel hoog1

Wiktionary: achten


Cross Translation:
FromToVia
achten erachten; ansehen deem — to hold as a personal opinion
achten schätzen; ansehen; achten esteem — to regard with respect
achten schätzen; abschätzen; achten; mögen; wertschätzen; würdigen; einschätzen; hochschätzen; hochachten; ehren apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).

achten vorm van acht:

acht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de acht
    die Acht
    • Acht [die ~] zelfstandig naamwoord

acht bijvoeglijk naamwoord

  1. acht
    acht
    • acht bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor acht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Acht acht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acht acht

Verwante woorden van "acht":


Wiktionary: acht

acht
number
  1. 8
acht
  1. die Kardinalzahl zwischen sieben und neun

Cross Translation:
FromToVia
acht acht eight — cardinal number 8
acht Acht eight — The digit/figure 8
acht Acht eight — Playing card with value 8