Vergebung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Vergebung:
- kwijtschelding; begenadiging; gratie; genade; pardon; vergevingsgezindheid; vergiffenis; vergeving; verschoning
Wiktionary:
- Vergebung → vergeving, vergiffenis
- Vergebung → vergeven

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vergebung (Duits) in het Nederlands

die Vergebung (Erlassung; Verzeihung; Gnade; Grazie; Begnadigung)
de kwijtschelding; de begenadiging; de gratie; de genade; het pardon
- kwijtschelding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- begenadiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- genade [de ~] zelfstandig naamwoord
- pardon [het ~] zelfstandig naamwoord
die Vergebung (Versöhnlichkeit; Verzeihung; Gnade; Erbarmen)
de vergevingsgezindheid; de genade
- vergevingsgezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- genade [de ~] zelfstandig naamwoord
die Vergebung (Gnade; Verzeihung; Erbarmen)
de vergiffenis; de genade; de vergeving; de verschoning; het pardon
- vergiffenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- genade [de ~] zelfstandig naamwoord
- vergeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verschoning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- pardon [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begenadiging	Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung
genade	Begnadigung; Erbarmen; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Versöhnlichkeit; Verzeihung	Barmherzigkeit; Gnade; Güte; Milde
gratie	Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung	Anmut; Barmherzigkeit; Bezauberung; Eleganz; Gnade; Grazie; Güte; Liebeswerk; Lieblichkeit; Liebreiz; Milde; Reiz; Scharm; Wohltat; Wohltätigkeit; Zauber; Zierlichkeit
kwijtschelding	Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung	Absolution; Amnestie; Freistellung; Lossprechung
pardon	Begnadigung; Erbarmen; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung	Absolution; Entschuldigung; Freistellung; Justifikation; Lossprechung; Pardon; Rechtfertigung; Verzeihung
vergeving	Erbarmen; Gnade; Vergebung; Verzeihung
vergevingsgezindheid	Erbarmen; Gnade; Vergebung; Versöhnlichkeit; Verzeihung
vergiffenis	Erbarmen; Gnade; Vergebung; Verzeihung
verschoning	Erbarmen; Gnade; Vergebung; Verzeihung	Ablehnung; Entschuldigung; Justifikation; Rechtfertigung; Saubermachen; Wechseln; saubere Windel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pardon		entschuldigung; verzeihung

Vergebung

noun

het iemand niet kwalijk nemen van iets; het kwijtschelden van een schuld
- vergeving; vergiffenis → Vergebung

Cross Translation:

From	To	Via
• Vergebung	→ vergeven	↔ forgiveness — the action of forgiving