Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kerl (Duits) in het Nederlands

Kerl:

Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kerl (Mann; Kerlchen; Bursche; Bruder; Geselle)
    de knakker; de man; de knul; de vent; de gozer; de kerel; de gast
    • knakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gozer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Kerl (Mann; Typ)
    de knakker; de knul; de kerel; goser; de gozer; de vent
    • knakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • goser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gozer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Kerl (männliche Person; Mann; Kumpel; )
    de man; de manspersoon; de vent; de kerel
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • manspersoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Kerl (Tröpfe)
    de knullen
    • knullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  5. der Kerl (Geck; Stutzer)
    het heertje; het fatje
    • heertje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • fatje [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Kerl (Kammerdiener; Hausdiener; Geselle; )
    de kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende; de butler
  7. der Kerl
    de kerel
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kerl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butler Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
fatje Geck; Kerl; Stutzer
gast Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann Besuch; Besucher; Eingeladene; Gast; Gäste; Hausgast; Logiergast; Stammgast; Tischgast
goser Kerl; Mann; Typ
gozer Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ
heertje Geck; Kerl; Stutzer
herenknecht Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
kamerbediende Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
kamerdienaar Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
kerel Bruder; Bursche; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Geselle; Kerl; Kerlchen; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Typ; Weib; männliche Person
knakker Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ
knul Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ
knullen Kerl; Tröpfe
man Bruder; Bursche; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Geselle; Kerl; Kerlchen; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner
manspersoon Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Kerl; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person
vent Bruder; Bursche; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Geselle; Kerl; Kerlchen; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Typ; Weib; männliche Person Herr; Subjekt

Synoniemen voor "Kerl":


Wiktionary: Kerl

Kerl
noun
  1. eine männliche Person (Dieser Begriff kann sowohl eine positive als auch eine negative Konnotation tragen je nach Eigenschaft der Männlichkeit, die angesprochen wird.)
Kerl
noun
  1. een vent, een kerel
  2. verouderd|nld vrije man van lage geboorte
  3. een kerel, een man

Cross Translation:
FromToVia
Kerl jongens; kerel boy — male of any age, used as a friendly diminutive
Kerl knaap; kerel boy — adult male found attractive
Kerl kerel dude — slang: man
Kerl gozer geezer — a male person
Kerl gast; gozer; vent; kerel guy — man
Kerl kerel; makker; vent mec — individu masculin

Verwante vertalingen van Kerl