Duits

Uitgebreide vertaling voor Empfang (Duits) in het Nederlands

Empfang:

Empfang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Empfang (Rezeption)
    de ontvangst; het onthaal
    • ontvangst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • onthaal [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Empfang (Rezeption)
    de receptie; de verwelkoming
  3. der Empfang (Willkommen; Begrüßung)
    welkom
    • welkom [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Empfang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onthaal Empfang; Rezeption
ontvangst Empfang; Rezeption
receptie Empfang; Rezeption
verwelkoming Empfang; Rezeption
welkom Begrüßung; Empfang; Willkommen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welkom erwünscht; wilkommen; willkommen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontvangst Zugang

Synoniemen voor "Empfang":


Wiktionary: Empfang

Empfang
noun
  1. ein Fest zur Begrüßung von Gästen
  2. eine Rezeption in einer Empfangshalle
  3. Begrüßung (z. B. von Gästen, Mitarbeitern, Freunden, etc.)
  4. das Empfangen einer Übertragung (z. B. Rundfunk, Funk,...)

Cross Translation:
FromToVia
Empfang ontvangst; ontvangen receipt — act of receiving
Empfang receptie reception — social engagement
Empfang receptie reception — front desk
Empfang verwelkoming; begroeting; ontvangst welcome — act of greeting someone's arrival
Empfang landing; toegang; nadering; binnengaan; entree; intrede; omgeving; ontmoeting; kennismaking; betrekking; verhouding; verstandhouding; omgang; verband; verkeer; ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
Empfang ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding accueilcérémonie ou prestation réservée à un nouvel arrivant, consistant généralement à lui souhaiter la bienvenue et à l’aider dans son intégration ou ses démarches.
Empfang gehoor; luisterpubliek; luisteraars; auditorium; hoorders; toehoorders; audiëntie audience — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van Empfang