Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Clown

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Clown

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Clown:
- harlekijn; pierrot; clown
Wiktionary:
- Clown → clown

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

clown:
- Clown
Wiktionary:
- clown → Hanswurst, Clown, Harlekin, Hampelmann, Zappelphilipp

Duits

Uitgebreide vertaling voor Clown (Duits) in het Nederlands

Clown:

Clown [der ~] zelfstandig naamwoord

der Clown
de harlekijn; de pierrot; de clown
- harlekijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pierrot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- clown [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Clown:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clown	Clown
harlekijn	Clown
pierrot	Clown

Synoniemen voor "Clown":

Harlekin; Kasper; Narr; Schalk; Schelm; Spaßmacher; Spaßvogel; Unikum; Witzbold; Artist; Zirkusdarsteller; Zirkuskünstler
Zirkusclown; Comedian; Humorist; Komiker; Komödiant

Wiktionary: Clown

Cross Translation:

From	To	Via
• Clown	→ clown	↔ clown — performance artist working in a circus
• Clown	→ clown	↔ clown — acteur qui, dans les cirques, fait des exercices d’équilibre et de souplesse tout en jouer un rôle bouffon. Il porte habituellement un accoutrement grotesque.

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Clown (Nederlands) in het Duits

Clown vorm van clown:

clown [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de clown (harlekijn; pierrot)
der Clown
- Clown [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor clown:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Clown	clown; harlekijn; pierrot

Verwante woorden van "clown":

clowns

Wiktionary: clown

Cross Translation:

From	To	Via
• clown	→ Hanswurst	↔ buffoon — one who acts in a silly or ridiculous fashion
• clown	→ Clown	↔ clown — performance artist working in a circus
• clown	→ Harlekin; Hanswurst; Hampelmann; Zappelphilipp	↔ arlequin — personnage de la comédie italienne, qui a été introduire sur notre théâtre et dont le vêtement est formé de pièces de diverses couleurs.
• clown	→ Hanswurst; Harlekin; Hampelmann; Zappelphilipp	↔ baladin — (vieilli) danseur de théâtre. farceur de place publique.
• clown	→ Clown	↔ clown — acteur qui, dans les cirques, fait des exercices d’équilibre et de souplesse tout en jouer un rôle bouffon. Il porte habituellement un accoutrement grotesque.