Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
türmen:
-
Wiktionary:
türmen → gaan
türmen → vluchten, wegstuiven, het op een lopen zetten -
Synoniemen voor "türmen":
Fisch machen; Biege machen; Flatter machen; Fliege machen; Flucht ergreifen; Rückzieher machen; aus dem Staub machen; davon machen; entfernen; rausscheren; vom Acker machen; zurückziehen; abhauen; abspringen; ausbüchsen; Fersengeld geben; fliehen; flüchten; verschwinden; weggehen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor türmen (Duits) in het Nederlands
türmen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
türmen:
Synoniemen voor "türmen":
Wiktionary: türmen
türmen
Cross Translation:
verb
-
ervandoor gaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• türmen | → vluchten; wegstuiven; het op een lopen zetten | ↔ skedaddle — move or run away quickly |