Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: ehe

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: ehe

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ehe:
  2. Ehe:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor ehe (Duits) in het Nederlands

ehe:

ehe bijvoeglijk naamwoord

  1. ehe (bevor)
    voor; voordat; alvorens; eer; aleer; alvoor

Vertaal Matrix voor ehe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eer Ehre; Ehrgefühl; Huldigung; Stolz; Verehrung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eer bevor; ehe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aleer bevor; ehe
alvoor bevor; ehe
alvorens bevor; ehe
voor bevor; ehe davor; dazu; für; vor; vorn
voordat bevor; ehe

Synoniemen voor "ehe":


Wiktionary: ehe

ehe
  1. temporale Subjunktion, leitet einen nachzeitigen (in der Erzählzeit späteren) Satzteil ein: vor einem Bezugszeitpunkt
ehe
conjunction
  1. geeft een tijdstip aan voor hetwelk iets anders plaatsheeft

Ehe:

Ehe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ehe (Hochzeit; Heirat; Trauung; Ehestand; Ehegemeinschaft)
    de echtverbintenis; de huwelijk; de echt; burgerlijke staat
  2. die Ehe (Gemeinschaftlichkeit; Vereinbarung; Ähnlichkeit; )
    de gemeenschappelijkheid; de overeenkomst
  3. die Ehe
    de huwelijksband
  4. die Ehe (Ehestand; Heirat)
    huwelijkse staat
  5. die Ehe (Ehegemeinschaft; Ehestand)
    de huwelijksgemeenschap

Vertaal Matrix voor Ehe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burgerlijke staat Ehe; Ehegemeinschaft; Ehestand; Heirat; Hochzeit; Trauung Ehestand; Ehestände
echt Ehe; Ehegemeinschaft; Ehestand; Heirat; Hochzeit; Trauung
echtverbintenis Ehe; Ehegemeinschaft; Ehestand; Heirat; Hochzeit; Trauung
gemeenschappelijkheid Ehe; Einigung; Gemeinsamkeit; Gemeinschaftlichkeit; Gleichförmigkeit; Vereinbarung; Ähnlichkeit; Übereinstimmung
huwelijk Ehe; Ehegemeinschaft; Ehestand; Heirat; Hochzeit; Trauung Eheschließung; Hochzeit; kirchliche Trauung
huwelijksband Ehe
huwelijkse staat Ehe; Ehestand; Heirat
huwelijksgemeenschap Ehe; Ehegemeinschaft; Ehestand
overeenkomst Ehe; Einigung; Gemeinsamkeit; Gemeinschaftlichkeit; Gleichförmigkeit; Vereinbarung; Ähnlichkeit; Übereinstimmung Abmachung; Bestimmung; Ebenbild; Gleichförmigkeit; Gleichnis; Regeln; Regelung; Regulierung; Vereinbarung; Vergleich; Vertrag; Verwandtschaft; Ähnlichkeit; Übereinstimmung
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echt allerdings; aufrecht; das stimmt; echt; ehrlich; einfach; geradeheraus; gewiß; in der Tat; pur; rechtschaffen; sicher; unverfälscht; wahr; wahrhaft; wahrhaftig; wahrlich; wirklich

Synoniemen voor "Ehe":


Wiktionary: Ehe

Ehe
noun
  1. gesetzlich oder kirchlich anerkannte und durchgeführte Verbindung von Mann und Frau
Ehe
noun
  1. ambtelijke of kerkelijke verbintenis tussen twee personen.
Cross Translation:
FromToVia
• Ehe → huwelijk ↔ marriage — state of being married
• Ehe → huwelijk ↔ marriage — union of two people
• Ehe → echt; echtverbintenis; huwelijk; trouwfeest ↔ mariage — union de deux personnes reconnue de façon officielle par la loi ou les règles en vigueur localement, dans le but de s’unir à vie en formant un couple.

Verwante vertalingen van ehe







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0329 seconde
Page rendered in 1.0 seconds