Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unkundig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unkundig (Duits) in het Nederlands

unkundig:

unkundig bijvoeglijk naamwoord

  1. unkundig (unwissend; ungebildet; ungeübt; )
    onwetend
  2. unkundig (ungebildet; unwissend; ungeübt; )
    niet onderwezen; onontwikkeld; ongeletterd; ongeleerd
  3. unkundig (untauglich; unberechtigt)
    onbekend met; incapabel; onkundig

Vertaal Matrix voor unkundig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incapabel unberechtigt; unkundig; untauglich inkompetent; unfachmännisch; unfähig; unzuständig
ongeleerd unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend
ongeletterd unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend
onkundig unberechtigt; unkundig; untauglich
onontwikkeld unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend unentwickelt; ungebildet; unterentwickelt
onwetend unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet onderwezen unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend
onbekend met unberechtigt; unkundig; untauglich

Wiktionary: unkundig

unkundig
adjective
  1. niet kundig, niet over kennis of vaardigheden beschikkend om iets bepaalds te kunnen