Nachher: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

nachher:
- daarna; naderhand; later; nadien; vervolgens; waarop; straks; zometeen
Wiktionary:
- nachher → nadien, daarna
- nachher → achteraf, nadien, later, hierop, vervolgens, bijgevolg, derhalve, dus, zodoende, daarna, dan, naderhand

Duits

Uitgebreide vertaling voor nachher (Duits) in het Nederlands

nachher (nachträglich; hinterher)
daarna; naderhand; later; nadien
- daarna bijwoord
- naderhand bijwoord
- later bijvoeglijk naamwoord
- nadien bijwoord
nachher (nachträglich; hinterher)
naderhand; later
- naderhand bijwoord
- later bijvoeglijk naamwoord
nachher (sodann)
vervolgens; waarop
- vervolgens bijwoord
- waarop bijwoord
nachher (später; danach)
later; straks; zometeen; naderhand
- later bijvoeglijk naamwoord
- straks bijwoord
- zometeen bijvoeglijk naamwoord
- naderhand bijwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
later	danach; hinterher; nachher; nachträglich; später	alsbald; bald; später
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
daarna	hinterher; nachher; nachträglich	anschließend; danach
naderhand	danach; hinterher; nachher; nachträglich; später
nadien	hinterher; nachher; nachträglich	danach
straks	danach; nachher; später	alsbald; balb; bald; in Kürze; später
vervolgens	nachher; sodann	danach; darauf; später
waarop	nachher; sodann
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zometeen	danach; nachher; später	alsbald; bald; später

nach; nachdem
hinterher; im Nachhinein; nachträglich; retrospektiv; rückblickend; zurückblickend; zurückschauend
als nächstes; anschließend; danach; dann; darauffolgend; folgend; hernach; hiernach; im Anschluss an; sodann; später; späterhin; zu einem späteren Zeitpunkt

nachher

adverb

Cross Translation:

From	To	Via
• nachher	→ achteraf; nadien	↔ afterwards — at a later or succeeding time
• nachher	→ later	↔ later — afterward in time
• nachher	→ hierop; vervolgens	↔ subsequently — subsequently
• nachher	→ bijgevolg; derhalve; dus; zodoende; achteraf; daarna; dan; naderhand; vervolgens	↔ ensuite — Après cela.