Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- launisch:
-
Wiktionary:
- launisch → speels
- launisch → korzelig, dwars, opvliegend, driftig, luimig, prikkelbaar, zenuwachtig
Duits
Uitgebreide vertaling voor launisch (Duits) in het Nederlands
launisch:
-
launisch (mürrisch; schlecht gelaunt; nörgelig; übellaunig; launenhaft)
chagrijnig; humeurig; sikkeneurig; slecht gehumeurd; nurks; gemelijk; knorrig; nukkig-
chagrijnig bijvoeglijk naamwoord
-
humeurig bijvoeglijk naamwoord
-
sikkeneurig bijvoeglijk naamwoord
-
slecht gehumeurd bijvoeglijk naamwoord
-
nurks bijvoeglijk naamwoord
-
gemelijk bijvoeglijk naamwoord
-
knorrig bijvoeglijk naamwoord
-
nukkig bijvoeglijk naamwoord
-
-
launisch
chagrijnig-
chagrijnig bijvoeglijk naamwoord
-
-
launisch
-
launisch (launenhaft; unberechenbar; flatterhaft; unbeständig; nicht voraussagbar; unbefahrbar; variabel; übellaunig; veränderlich; wetterwendisch; wandelbar; schlecht gelaunt)
onvoorspelbaar; wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar-
onvoorspelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
wispelturig bijvoeglijk naamwoord
-
nukkig bijvoeglijk naamwoord
-
grillig bijvoeglijk naamwoord
-
onberekenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
launisch (flatterhaft; unberechenbar; launenhaft)
-
launisch (verdrießlich; trüb; niedergeschlagen; düster; bedrückt; schwermütig; freudlos; griesgrämig; trübsinnig; mürrisch; launenhaft; finster; grimmig; trübselig; gedrückt; schlechtgelaunt; übellaunig)
triest; zwaarmoedig; somber; troosteloos; naargeestig-
triest bijvoeglijk naamwoord
-
zwaarmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
somber bijvoeglijk naamwoord
-
troosteloos bijvoeglijk naamwoord
-
naargeestig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor launisch:
Synoniemen voor "launisch":
Wiktionary: launisch
launisch
Cross Translation:
adjective
-
unstet, unzuverlässig, flippig, schlechtgelaunt, unberechenbar
- launisch → speels
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• launisch | → korzelig; dwars | ↔ cantankerous — ill-tempered, cranky, surly, crabby |
• launisch | → opvliegend; driftig | ↔ cranky — grouchy, irritable; easily upset |
• launisch | → luimig; prikkelbaar; zenuwachtig | ↔ petulant — easily irritated or annoyed |