Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hallo:
  2. Hallo:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hallo:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hallo (Duits) in het Nederlands

hallo:

hallo

  1. hallo (Hallo)

Vertaal Matrix voor hallo:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoi Hallo; hallo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoi Hallo

Wiktionary: hallo


Cross Translation:
FromToVia
hallo hoi cheerio — exclamation used when greeting as well as when parting
hallo hallo; goede dag; dag; hoi hello — greeting
hallo hallo hello — when answering the telephone
hallo hallo hello — is anyone there?
hallo hallo hello — expression of puzzlement
hallo hoi; hallo hi — friendly, informal greeting
hallo met; hallo allô — Ouverture de conversation téléphonique
hallo hallo; hoi salut — Bonjour

Hallo:

Hallo bijvoeglijk naamwoord

  1. Hallo
    hallo; hoi
    • hallo bijvoeglijk naamwoord
    • hoi bijvoeglijk naamwoord

Hallo

  1. Hallo
  2. Hallo (hallo)

Vertaal Matrix voor Hallo:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hallo Hallo
hoi Hallo; hallo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hallo Hallo
hoi Hallo

Synoniemen voor "Hallo":


Wiktionary: Hallo


Cross Translation:
FromToVia
Hallo → [[he daar]]; he hey — exclamation to get attention



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hallo (Nederlands) in het Duits

hallo:

hallo bijvoeglijk naamwoord

  1. hallo (hoi)
    Hallo
    • Hallo bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hallo:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hallo hallo hoi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hallo hallo; hoi

Wiktionary: hallo


Cross Translation:
FromToVia
hallo servus; guten Tag; hallo; grüß Gott hello — greeting
hallo hallo hello — when answering the telephone
hallo hallo hello — is anyone there?
hallo hallo hello — expression of puzzlement
hallo → 'n Tag; hallo hi — friendly, informal greeting
hallo hallo allô — Ouverture de conversation téléphonique
hallo hallo salut — Bonjour