Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Niederschlag

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Niederschlag

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Niederschlag:
- droesem; drab; grondsop; dik; moer; bezinksel; zetsel; residu; sediment; depot; afzetsel
Wiktionary:
- Niederschlag → neerslag
- Niederschlag → fall-out, neerslag, regenval

Duits

Uitgebreide vertaling voor Niederschlag (Duits) in het Nederlands

Niederschlag:

Niederschlag [der ~] zelfstandig naamwoord

der Niederschlag (Bodensatz; Ablagerung; Hefe; Schlamm; Schlacke)
de droesem; de drab; het grondsop; het dik; de moer; het bezinksel; het zetsel
- droesem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- drab [de ~] zelfstandig naamwoord
- grondsop [het ~] zelfstandig naamwoord
- dik [het ~] zelfstandig naamwoord
- moer [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bezinksel [het ~] zelfstandig naamwoord
- zetsel [het ~] zelfstandig naamwoord
der Niederschlag (Bodensatz; Überbleibsel; Ablagerung; Restbestand; Rest)
het residu; het sediment; de depot; afzetsel; het bezinksel; de droesem; het zetsel; het grondsop
- residu [het ~] zelfstandig naamwoord
- sediment [het ~] zelfstandig naamwoord
- depot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afzetsel [znw.] zelfstandig naamwoord
- bezinksel [het ~] zelfstandig naamwoord
- droesem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- zetsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- grondsop [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Niederschlag:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetsel	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel
bezinksel	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Rest; Restbestand; Schlacke; Schlamm; Überbleibsel
depot	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel	Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
dik	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Schlacke; Schlamm
drab	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Schlacke; Schlamm	Bodensätze; Dreckigkeit; Hefe; Kaffeesatz; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
droesem	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Rest; Restbestand; Schlacke; Schlamm; Überbleibsel	Bodensätze; Hefe
grondsop	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Rest; Restbestand; Schlacke; Schlamm; Überbleibsel
moer	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Schlacke; Schlamm
residu	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel	Rest; Rückstand
sediment	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel
zetsel	Ablagerung; Bodensatz; Hefe; Niederschlag; Rest; Restbestand; Schlacke; Schlamm; Überbleibsel
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dik		beleibt; dick; fett; korpulent; stark; umfangreich; voluminös; wohlbeleibt

Synoniemen voor "Niederschlag":

Wetterereignis; Wetterphänomen
Regen

Wiktionary: Niederschlag

Niederschlag

noun

Meteorologie: das infolge des Überschreitens des Taupunktes auf den Boden fallende Wasser in Form von Regentropfen, Schneeflocken, Tau, Nebel, Raureif, Hagel oder Graupel
- Niederschlag → neerslag

Niederschlag

noun

hemelwater
- neerslag → Niederschlag

Cross Translation:

From	To	Via
• Niederschlag	→ fall-out	↔ fallout — event of airborne particles falling to the ground
• Niederschlag	→ neerslag	↔ precipitation — weather: water falling from the atmosphere
• Niederschlag	→ neerslag; regenval	↔ rainfall — amount of rain that falls on a single occasion