Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schlagbaum:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlagbaum (Duits) in het Nederlands

Schlagbaum:

Schlagbaum [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlagbaum (Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung; Absperrung)
    de slagboom; de sluitboom; afsluitboom

Vertaal Matrix voor Schlagbaum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsluitboom Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
slagboom Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
sluitboom Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung

Synoniemen voor "Schlagbaum":


Wiktionary: Schlagbaum

Schlagbaum
noun
  1. boom die dwars over een weg kan worden neergelaten als afsluiting

Cross Translation:
FromToVia
Schlagbaum barrière barrier — structure that bars passage
Schlagbaum versperring barragebarrière qui ferme un cheminR|daf8.