Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Spat:
- spät:
-
Wiktionary:
- spät → laat
- spät → laat, late, achterlopen, achter zijn, over tijd zijn, te laat zijn
-
Gebruikers suggesties voor spät:
- late
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
Duits
Uitgebreide vertaling voor spät (Duits) in het Nederlands
Spat:
spät:
Vertaal Matrix voor spät:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
laat | spät |
Synoniemen voor "spät":
Wiktionary: spät
spät
spät
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spät | → laat; late | ↔ late — near the end of a period of time |
• spät | → laat; late | ↔ late — near the end of the day |
• spät | → laat; late | ↔ late — at the end of a period |
• spät | → laat | ↔ late — proximate in time |
• spät | → achterlopen; achter zijn; over tijd zijn; te laat zijn | ↔ tarder — Arriver tard ; être lent à venir. |
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
spät | late | 7 |
Computer vertaling door derden:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spät (Nederlands) in het Duits
spät vorm van spat:
Vertaal Matrix voor spat:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Fleck | moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje | bon; coupon; smet; uitstrijkje; vlek; vuile plek; zwabber |
Klecks | moesje; nop; spat; spatje; spatter; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje | kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik; smet; uitstrijkje; vlek; vuile plek; zwabber |
Spritzer | spat; spatter | drugsverslaafde die spuit; scheutje; spuiter |
Tüpfel | spat; spatter | spikkel; zwabber |
Verwante woorden van "spat":
spät vorm van spatten:
-
spatten (spetteren)
Conjugations for spatten:
o.t.t.
- spat
- spat
- spat
- spatten
- spatten
- spatten
o.v.t.
- spatte
- spatte
- spatte
- spatten
- spatten
- spatten
v.t.t.
- heb gespat
- hebt gespat
- heeft gespat
- hebben gespat
- hebben gespat
- hebben gespat
v.v.t.
- had gespat
- had gespat
- had gespat
- hadden gespat
- hadden gespat
- hadden gespat
o.t.t.t.
- zal spatten
- zult spatten
- zal spatten
- zullen spatten
- zullen spatten
- zullen spatten
o.v.t.t.
- zou spatten
- zou spatten
- zou spatten
- zouden spatten
- zouden spatten
- zouden spatten
en verder
- ben gespat
- bent gespat
- is gespat
- zijn gespat
- zijn gespat
- zijn gespat
diversen
- spat!
- spatt!
- gespat
- spattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor spatten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spritzen | spatten; spetteren | begieten; besproeien; hardlopen; injecteren; met spuit een medicijn toedienen; met water spelen; opspatten; prikken; rennen; spuiten; steken; steken geven; tempo maken; uitspuiten; water geven |
Verwante woorden van "spatten":
Computer vertaling door derden: