Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. innig:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. innig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor innig (Duits) in het Nederlands

innig:

innig bijvoeglijk naamwoord

  1. innig (tief; zärtlich; herzlich)
    diep; intens; innig
    • diep bijvoeglijk naamwoord
    • intens bijvoeglijk naamwoord
    • innig bijvoeglijk naamwoord
  2. innig (liebend)
    liefhebbend
  3. innig (herzlich; freundlich; schön; )
    hartelijk
    – echt vriendelijk 1
    • hartelijk bijvoeglijk naamwoord
      • hij is erg hartelijk als je op bezoek komt1
    vriendelijk
    – met zorg en aandacht voor anderen 1
    • vriendelijk bijvoeglijk naamwoord
      • het was vriendelijk van hem de deur open te houden1
    minnelijk
  4. innig (inbrünstig)
    diepgevoeld; innig

Vertaal Matrix voor innig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diep herzlich; innig; tief; zärtlich gedankenvoll; tief; tiefgehend; tiefliegend; tiefsinnig; von niedrigem Niveau; weise
hartelijk entgegenkommend; freundlich; freundschaftlich; heiß; herzensgut; herzlich; innig; liebenswürdig; schön; sympathisch; warm; wohlwollend herzlich
innig herzlich; inbrünstig; innig; tief; zärtlich
intens herzlich; innig; tief; zärtlich gewaltig; heftig; intensiv
minnelijk entgegenkommend; freundlich; freundschaftlich; heiß; herzensgut; herzlich; innig; liebenswürdig; schön; sympathisch; warm; wohlwollend
vriendelijk entgegenkommend; freundlich; freundschaftlich; heiß; herzensgut; herzlich; innig; liebenswürdig; schön; sympathisch; warm; wohlwollend angenehm; attent; auf korrekte manire; behilflich; bereitwillig; dienstbereit; dienstfertig; entgegenkommend; erfreulich; freundlich; freundschaftlich; gefällig; gutartig; gutherzig; gönnerhaft; gütlich; herzgewinnend; herzlich; hilfsbereit; höflich; kameradschaftlich; korrekt; leutselig; liebenswürdig; nett; sanftmütig; spaßhaft; sympathisch; süß; umgänglich; wohlwollend; zugetan; zuvorkommend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diepgevoeld inbrünstig; innig
liefhebbend innig; liebend

Synoniemen voor "innig":


Wiktionary: innig


Cross Translation:
FromToVia
innig innig intimate — closely acquainted; familiar
innig gezellig; innig; intiem; knus; vertrouwelijk intimeprofondément intérieur, en parlant surtout de ce qui fait l’essence réelle d’une chose.

Verwante vertalingen van innig



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor innig (Nederlands) in het Duits

innig:

innig bijvoeglijk naamwoord

  1. innig (diep; intens)
    tief; zärtlich; innig; herzlich
  2. innig (diepgevoeld)
    inbrünstig; innig

Vertaal Matrix voor innig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herzlich diep; innig; intens aangenaam; aardig; amicaal; attent; barmhartig; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; cru; gelijkmoedig; genaderijk; genereus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; gul; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; mild; minnelijk; onbewogen; onomwonden; onverbloemd; onverholen; op een aardige manier; openlijk; plezierig; prettig; rechttoe rechtaan; royaal; ruimhartig; rustig; scheutig; sereen; sympathiek; van harte; vergevend; voorkomend; vriendelijk; vriendschappelijk; vrijgevig; welgemeend; zachtaardig
inbrünstig diepgevoeld; innig erg; fel; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heftig; hevig; hitsig; krachtig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
innig diep; diepgevoeld; innig; intens hartelijk; liefhebbend; minnelijk; vriendelijk
tief diep; innig; intens degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepzinnig; grondig; helemaal; laag; niet hoog; niet oppervlakkig; ploertig; totaal; volkomen
zärtlich diep; innig; intens breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak

Verwante woorden van "innig":

  • innigheid, inniger, innigere, innigst, innigste, innige

Wiktionary: innig


Cross Translation:
FromToVia
innig vertraut; innig intimate — closely acquainted; familiar
innig intim; gemütlich; innig; vertraulich; vertraut intimeprofondément intérieur, en parlant surtout de ce qui fait l’essence réelle d’une chose.