Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. härten:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. harten:
  2. hart:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor härten (Duits) in het Nederlands

Härten:


Synoniemen voor "Härten":

  • Aushärtung

härten:

härten werkwoord (härte, härtest, härtet, härtete, härtetet, gehärtet)

  1. härten (stählen; verhärten; abhärten; hartmachen)
    harden; stalen; uitharden
    • harden werkwoord (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
    • stalen werkwoord (staal, staalt, staalde, staalden, gestaald)
    • uitharden werkwoord (hard uit, hardt uit, hardde uit, hardden uit, uitgehard)
  2. härten (hart werden; erhärten)
    verharden; hard worden
    • verharden werkwoord (verhard, verhardt, verhardde, verhardden, verhard)
    • hard worden werkwoord (word hard, wordt hard, werd hard, werden hard, hard geworden)

Conjugations for härten:

Präsens
  1. härte
  2. härtest
  3. härtet
  4. härten
  5. härtet
  6. härten
Imperfekt
  1. härtete
  2. härtetest
  3. härtete
  4. härteten
  5. härtetet
  6. härteten
Perfekt
  1. habe gehärtet
  2. hast gehärtet
  3. hat gehärtet
  4. haben gehärtet
  5. habt gehärtet
  6. haben gehärtet
1. Konjunktiv [1]
  1. härte
  2. härtest
  3. härte
  4. härten
  5. härtet
  6. härten
2. Konjunktiv
  1. härtete
  2. härtetest
  3. härtete
  4. härteten
  5. härtetet
  6. härteten
Futur 1
  1. werde härten
  2. wirst härten
  3. wird härten
  4. werden härten
  5. werdet härten
  6. werden härten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde härten
  2. würdest härten
  3. würde härten
  4. würden härten
  5. würdet härten
  6. würden härten
Diverses
  1. härte!
  2. härtet!
  3. härten Sie!
  4. gehärtet
  5. härtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor härten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harden Abhärten
stalen Abhärten
verharden Abhärten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hard worden erhärten; hart werden; härten
harden abhärten; hartmachen; härten; stählen; verhärten ausbilden; ausgestreckt halten; aushalten; ausharren; bilden; durchhalten; einstudieren; einüben; entwickeln; ertragen; heranbilden; proben; repetieren; tragen; trainieren; üben
stalen abhärten; hartmachen; härten; stählen; verhärten
uitharden abhärten; hartmachen; härten; stählen; verhärten
verharden erhärten; hart werden; härten

Synoniemen voor "härten":


Wiktionary: härten

härten
verb
  1. hard maken, met name van staal door verhitten, afschrikken en hameren

Cross Translation:
FromToVia
härten harden set — to solidify
härten harden; stalen; temperen durcir — Durcir



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor härten (Nederlands) in het Duits

harten:

harten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de harten
    die Herzen
    • Herzen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor harten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Herzen harten

Verwante woorden van "harten":


Wiktionary: harten


Cross Translation:
FromToVia
harten Herz heart — a suit of cards
harten Herz hearts — the card suit (♥)

hart:

hart [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hart (bloedpomp)
    Herz; die Blutpumpe
    • Herz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Blutpumpe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blutpumpe bloedpomp; hart
Herz bloedpomp; hart bolwerk

Verwante woorden van "hart":


Verwante definities voor "hart":

  1. centrum, binnenste1
    • hij woont in het hart van de stad1
  2. orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt1
    • de dokter zei dat haar hart regelmatig klopte1

Wiktionary: hart

hart
noun
  1. anatomie|nld holle spier die door geregeld samen te trekken bloed door het lichaam pompt
hart
noun
  1. Anatomie: das Zentralorgan für den Blutkreislauf

Cross Translation:
FromToVia
hart Herz heart — an organ
hart Herzchen heart — emotions or kindness
hart Kern; Herz heart — centre or core
hart Herz heart — a shape or symbol
hart Herz cœur — Organe. (Sens général).