Duits

Uitgebreide vertaling voor grell (Duits) in het Nederlands

grell:

grell bijvoeglijk naamwoord

  1. grell (scharf; grimmig)
    felle
    • felle bijvoeglijk naamwoord
  2. grell (schrill; höllisch; anzüglich; schroff; gellend)
    scherp; schel; schril; hoog; hard; snerpend
    • scherp bijvoeglijk naamwoord
    • schel bijvoeglijk naamwoord
    • schril bijvoeglijk naamwoord
    • hoog bijvoeglijk naamwoord
    • hard bijvoeglijk naamwoord
    • snerpend bijvoeglijk naamwoord
  3. grell (hell; scharf; spitz; schrill; schroff)
    hel
    • hel bijvoeglijk naamwoord
  4. grell (anzüglich; heftig; gefühllos; )
    wreed; meedogenloos
  5. grell (bitter entäuscht; verbittert; hell; )
    verbitterd; bitter teleurgesteld
  6. grell (unbeherrscht; grimmig; hemmungslos; )
    heftig; onbeheerst; onstuimig

Vertaal Matrix voor grell:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hel Finsternis; Hölle; Inferno
schel Glocke; Klingel; Schelle
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hard anzüglich; gellend; grell; höllisch; schrill; schroff blitzschnell; brutal; emotielos; fest; gefühllos; geräuschvoll; gewaltsam; gewalttätig; grob; haarig; hart; hartherzig; herb; herzlos; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; mit hoher Geschwindigkeit; mitleidslos; rauh; roh; rücksichtslos; rüde; sauer; schnell; schrill; schroff; schwierig; steif; streng; tosend; unbarmherzig; unberührt; unsanft; unzart; wild
heftig auffahrend; bewegt; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm auffahrend; aufgebracht; aufgeregt; begeistert; enthusiastisch; erregt; feurig; gereizt; gewaltsam; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intens; intensiv; jähzornig; kräftig; leidenschaftlich; schlimm; sehr; stark; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild; zornig
hel grell; hell; scharf; schrill; schroff; spitz
hoog anzüglich; gellend; grell; höllisch; schrill; schroff hoch; hochgelegen
meedogenloos anzüglich; barbarisch; beißend; bestialisch; bissig; eckig; feurig; gefühllos; geharnischt; grausam; grell; grob; hart; heftig; kaltblütig; kantig; unmenschlich erbarmungslos; gewissenlos; gnadenlos; mitleidslos; schonungslos; unbarmherzig
onbeheerst auffahrend; bewegt; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm heftig; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild
onstuimig auffahrend; bewegt; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm heftig; stürmisch; tosend; unaufhaltsam; unbezwingbar; unbändig; ungestüm; wild
schel anzüglich; gellend; grell; höllisch; schrill; schroff
scherp anzüglich; gellend; grell; höllisch; schrill; schroff beißend; bissig; durchdringend; eckig; eindringlich; gepfeffert; kantig; pikant; scharf; scharf gewürzt; scharfschneidig; schneidend; spitz; spitzig; würzig; zugespitzt
schril anzüglich; gellend; grell; höllisch; schrill; schroff mit schneidender Stimme; schneidend
verbitterd beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde
wreed anzüglich; barbarisch; beißend; bestialisch; bissig; eckig; feurig; gefühllos; geharnischt; grausam; grell; grob; hart; heftig; kaltblütig; kantig; unmenschlich abscheuerregend; abscheulich; barbarisch; bestialisch; brutal; entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausam; grausig; grob; gräßlich; hart; herzlos; roh; scharf; schauervoll; schaurig; scheußlich; schrecklich; unmenschlich; wild
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter teleurgesteld beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde
felle grell; grimmig; scharf
snerpend anzüglich; gellend; grell; höllisch; schrill; schroff

Synoniemen voor "grell":


Wiktionary: grell


Cross Translation:
FromToVia
grell schreeuwlelijk; opvallend; ordinair gaudy — very showy or ornamented
grell zwaar; wreed harsh — severe or cruel
grell vloekend loud — of a colour, clothing, etc.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
grell guur; scherp; snerpend; snijdend; vlijmend; hatelijk; bijtend; doordringend; fel; schel; schril; zuur aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
grell schril; schel; snerpend; hatelijk; acuut; helder; scherp; bijtend; doordringend; fel; guur aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend coupant — Qui couper.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; fijn; spitsvondig; subtiel; ad rem; geestig; gevat; snedig; gekuist findélié, menu, mince ou étroit.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend mordant — didact|fr Qui mordre.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; bits; snibbig perçant — Qui percer, qui pénétrer.
grell pikant; guur; scherp; snerpend; snijdend; vlijmend; kruidig; prikkelend; hatelijk; bijtend; doordringend; fel; schel; schril piquant — Qui piquer.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; puntig; spits; vooruitstrevend pointu — Qui se termine en pointe
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend pénétrant — Qui pénétrer.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
grell bitter; bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
grell bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van grell