Duits
Uitgebreide vertaling voor ausbleichen (Duits) in het Nederlands
ausbleichen:
-
ausbleichen
Vertaal Matrix voor ausbleichen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oplichten | Erleuchten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lichter worden van kleur | ausbleichen | |
oplichten | ausbleichen | aufleuchten; beschwindeln; betrogen werden; blitzen; hereinlegen; jemanden prellen; verarschen |
Synoniemen voor "ausbleichen":
Wiktionary: ausbleichen
ausbleichen
verb
-
helder worden, meer licht gaan geven